ECLI:NL:RBZWB:2023:6155
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar WOZ-beschikking
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Vlissingen behandeld. Het betreft een WOZ-beschikking voor een object in [plaats 2]. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de heffingsambtenaar het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens termijnoverschrijding. De beschikking, gedateerd op 2 februari 2022, zou op diezelfde dag zijn verzonden, maar belanghebbende betwist de ontvangst. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs heeft geleverd van een deugdelijke verzendadministratie. Hierdoor is niet aannemelijk gemaakt dat de beschikking op de juiste wijze is bekendgemaakt. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de heffingsambtenaar op om alsnog inhoudelijk op het bezwaar te beslissen. Tevens moet de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht vergoeden en de proceskosten van belanghebbende, die op € 418,50 zijn vastgesteld. Het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de redelijke behandeltermijn niet is overschreden.