Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Beroepsgronden
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar recht op uitkering op grond van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam heeft op 27 juni 2022 het recht van eiseres op een uitkering over de periode van 1 januari 2020 tot en met 27 februari 2022 ingetrokken. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.
De rechtbank oordeelt dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres in de periode van 1 januari 2020 tot en met 27 februari 2022 niet haar hoofdverblijf had op het opgegeven uitkeringsadres. Eiseres heeft verklaard dat zij veelvuldig bij haar zus verbleef en dat haar hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op basis van onderzoeksbevindingen en waarnemingen terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening. Eiseres heeft geen bewijsstukken overgelegd die haar stellingen onderbouwen, zoals verklaringen van medische deskundigen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de intrekking van de bijstandsuitkering bevestigd. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt op 31 augustus 2023.