Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag zijn genomen: diverse sieraden, parfum, schoenen, een geldtelmachine, een Apple Notebook, een iPhone en (design) tassen. Tevens is er conservatoir beslag gelegd op de zakelijke bankrekening van klager.
- De klaagschriften, ingediend op 1 mei 2023, met een aanvulling op 3 mei 2023 (hierna: klaagschrift 1 betreffende het conservatoir beslag op de bankrekening) en een klaagschrift dat is ingediend op 2 mei 2023, met een aanvulling op 21 augustus 2023 (hierna: klaagschrift 2 betreffende het conservatoir beslag op de overige spullen), ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
de vierde(in het geval van conservatoir beslag tot bewaring van het recht tot verhaal voor een schadevergoedingsmaatregel, artikel 94a lid 3 Sv)
of vijfde categorie(in het geval van conservatoir beslag tot bewaring van het recht tot verhaal voor een geldboete of ontnemingsmaatregel, respectievelijk artikel 94a lid 1 en 2 Sv) kan worden opgelegd; en
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).