ECLI:NL:RBZWB:2023:5925
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering WIA-uitkering na ontvangst Oostenrijkse uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de terugvordering van haar WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had een WIA-uitkering ontvangen van het UWV voor de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 december 2021, maar het UWV vorderde een bedrag van € 2.055,80 terug omdat eiseres ook een Oostenrijkse uitkering ontving. Eiseres maakte bezwaar tegen deze terugvordering, maar het UWV verklaarde dit bezwaar ongegrond en handhaafde het primaire besluit. Eiseres stelde dat zij niet op de hoogte was van het te veel ontvangen bedrag en dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, gezien haar psychische problemen en de ziekte van haar partner. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV terecht de terugvordering had ingesteld, omdat eiseres erkende dat zij een te hoog bedrag had ontvangen. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien en verklaarde het beroep ongegrond. Hierdoor blijft het bestreden besluit van het UWV in stand, en krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding of griffierecht terug.