In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 26 februari 2021. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn van de Belastingdienst is overschreden. Eiseres had de Belastingdienst op 14 februari 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling terecht was, ondanks dat de beslistermijn nog niet was verstreken op dat moment. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst alsnog binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens moet de Belastingdienst de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.