ECLI:NL:RBZWB:2023:5195
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen last onder bestuursdwang tot sluiten woning voor 1 maand
Op 24 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar maakte tegen een besluit van de burgemeester van Breda. Dit besluit betrof de sluiting van haar woning en schuur aan [adres verzoekster] voor een periode van een maand, naar aanleiding van de vondst van aanzienlijke hoeveelheden drugs in de schuur. De burgemeester had op 27 juni 2023 besloten om de woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, nadat er in de schuur 36 kilogram amfetamine, 1531 xtc-pillen, 2 kilogram cocaïne en 2.323 kilogram ketamine waren aangetroffen. Verzoekster betwistte de noodzaak van de sluiting van de woning, aangezien er geen drugs in de woning zelf waren aangetroffen en stelde dat de sluiting een inbreuk op haar privéleven vormde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen, omdat er een samenhang bestond tussen de woning en de schuur. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de sluiting van de woning en schuur voor de duur van een maand in bezwaar stand zou houden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester de persoonlijke omstandigheden van verzoekster voldoende had meegewogen in zijn besluitvorming, en dat de gevolgen van de sluiting niet onevenredig waren in verhouding tot de ernst van de overtredingen.