ECLI:NL:RBZWB:2023:509
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om herziening van ziektewetuitkering door het UWV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om herziening van de besluiten van 18 november 2015 en 17 december 2015, die de beëindiging en weigering van een ziektewetuitkering (ZW-uitkering) inhielden. Het UWV had de aanvraag afgewezen op basis van artikel 4:6 van de Awb, omdat eiser geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die aanleiding gaven om de eerdere besluiten te herzien. De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het UWV.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die de afwijzing van de aanvraag om herziening rechtvaardigen. Eiser had in 2017 een diagnose van chronische posttraumatische stressstoornis (PTSS) gekregen, maar de rechtbank oordeelt dat deze diagnose geen andere beoordeling van zijn psychische gesteldheid op de relevante data oplevert. De rechtbank wijst erop dat de eerdere besluiten rekening hielden met de psychische klachten van eiser en dat er geen onjuist medisch beeld is vastgesteld in 2015.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van het UWV. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 25 januari 2023, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.