ECLI:NL:RBZWB:2023:4813

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
10 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 22_2653
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de weigering van een Wajong-uitkering

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de weigering van een Wajong-uitkering door het UWV. Eiser had op 15 april 2021 een Beoordeling arbeidsvermogen aangevraagd, maar het UWV weigerde op 21 juli 2021 de uitkering. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard op 12 april 2022. De rechtbank behandelde het beroep op 12 mei 2023. Eiser stelde dat hij geen arbeidsvermogen heeft, maar de rechtbank concludeert dat hij, met begeleiding, in staat is om een uur aaneengesloten te werken. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe aan eiser.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2653 WAJONG

uitspraak van 7 juli 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] te [plaatsnaam] , eiser,

gemachtigde: mr. I.A.C. Cools,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de weigering van een uitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Op 15 april 2021 heeft eiser een Beoordeling arbeidsvermogen aangevraagd bij het UWV. Na verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV met een besluit van 21 juli 2021 (primair besluit) – ter herziening van de weigering van
15 juli 2021 – geweigerd aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en is in dit kader op 23 februari 2022 door het UWV gehoord. Na verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige heroverweging heeft het UWV vervolgens met een beslissing op bezwaar van 12 april 2022 (bestreden besluit) het bezwaar van eiser tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Eiser heeft hierop beroep ingesteld tegen dit besluit bij deze rechtbank. Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 in Breda op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde en namens het UWV [naam vertegenwoordiger] . Als toehoorders zijn eisers ouders verschenen.

Overwegingen door de rechtbank

2. Aan het bestreden besluit heeft het UWV ten grondslag gelegd dat eiser arbeidsvermogen heeft, waardoor in het primaire besluit terecht is geoordeeld dat hij geen recht heeft op een Wajong-uitkering. De rechtbank zal beoordelen of dit juist is. Zij doet dit aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Beroepsgronden
3. Eiser heeft zich in beroep – evenals in bezwaar – op het standpunt gesteld dat hij geen arbeidsvermogen heeft en dat dit duurzaam is, waardoor hij recht heeft op een Wajong-uitkering. Ter zitting heeft eiser geconcretiseerd dat hij enkel nog de voorwaarde van een uur aaneengesloten kunnen werken betwist in beroep en, indien de rechtbank aan de beoordeling van deze voorwaarde toekomt, de duurzaamheid.
Medisch onderzoek
4. Aan het bestreden besluit liggen onderzoeken van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
Verzekeringsarts [naam verzekeringsarts] heeft eiser gezien op het spreekuur van 9 juli 2021, waarbij psychisch onderzoek is verricht, en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts heeft op 9 juli 2021 het volgende gerapporteerd. Eiser is bekend met een stoornis in de intellectuele functies en een stoornis in de hogere cognitieve functies. Eiser krijgt ambulante begeleiding vanuit [naam bedrijf 1] . De ouders zorgen voor duidelijke structuur in ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen). Eiser heeft onderwijs gevolgd op het [naam school] en loopt nu daarnaast drie dagen stage (en twee dagen school). Eiser gaat na de zomervakantie starten op de dagbesteding bij [naam dagbesteding 1] . Door de stoornis in de intellectuele functies is eiser aangewezen op eenvoudige en routinematige taken. Eiser is gebaat bij duidelijkheid en structuur die door derden aangegeven dient te worden. Eiser kan zelf niet structureren en heeft hiervoor visuele en verbale stimulatie nodig. Het aanleren van een nieuwe taak is mogelijk door middel van voor- en nadoen, veel herhaling is noodzakelijk. Eiser kan automatiseren, maar hiervoor dient de tijd genomen te worden. Eiser kan niet omgaan met hoge werkdruk en andere mentale eisen, zoals productiepieken en/of deadlines. Eiser heeft een verminderde aandachtspanne, waardoor een prikkelarme omgeving gewenst is. Eiser heeft moeite met het omgaan met nieuwe situaties en mensen. Dit geeft stress, waardoor hij vastloopt in zijn taken. Eiser heeft moeite met het vragen om hulp. Hierdoor kan in zichzelf gekeerd gedrag ontstaan en kunnen er fouten optreden in de werkzaamheden. Hierdoor is eiser aangewezen op begeleiding die bekend is met de problematiek en hier adequaat op kan acteren. Ten aanzien van de medische beoordelingspunten kan worden gesteld dat er geen significante beperkingen in het geheugen of de aandacht geobjectiveerd zijn, waardoor eiser over voldoende capaciteiten beschikt om één uur aaneengesloten kan werken. Indien er rekening wordt gehouden met de bovenstaande mentale beperkingen, is er conform de criteria van de standaard geen urenrestrictie aan de orde. Er is sprake van een aangeboren aandoening, waarbij de ontwikkeling gestabiliseerd is. De verwachting is dat eiser door middel van natuurlijke groei en het aanleren van nieuwe taken meer zelfstandigheid zal vergaren in de toekomst, maar deze ontwikkeling is dermate klein dat het geen impact zal hebben op de gestelde beperkingen
.Eiser is ten minste vier uur per dag belastbaar, kan ten minste één uur aaneengesloten werken en de beperkingen zijn duurzaam.
De verzekeringsarts heeft, na overleg met arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige] , op 19 juli 2021 het volgende aanvullend gerapporteerd. Door medische ziekte en/of gebrek, welke reeds voor het achttiende levensjaar aanwezig is, is eiser niet in staat tot het één uur aaneengesloten een taak verrichten. Door het gebrek aan aandacht en concentratie heeft eiser continu stimulatie dan wel ondersteuning nodig van een begeleider. Met begeleiding is eiser wel in staat om vier uur per dag activiteiten te ondernemen. Indien er rekening wordt gehouden met bovenstaande mentale beperkingen, is er conform de criteria van de standaard geen urenrestrictie aan de orde. Er is sprake van een aangeboren aandoening, waarbij de ontwikkeling nog niet gestabiliseerd is. Er wordt nog verdere groei en verbetering verwacht. De verwachting is dat eiser door middel van natuurlijke groei en het aanleren van nieuwe taken meer zelfstandigheid zal vergaren in de toekomst. De verwachting bestaat dat eiser zal doorgroeien naar het niveau van een beschutte werkomgeving, waardoor er in de toekomst wel sprake zal zijn van arbeidsvermogen. Eiser is ten minste vier uur per dag belastbaar, kan niet één uur aaneengesloten werken en de beperkingen zijn niet duurzaam.
In de bewaarfase heeft verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b] eiser gezien op de hoorzitting van 23 februari 2022, waarbij eisers motoriek, communicatie en psyche is geobserveerd, en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts b&b heeft op 17 maart 2022 het volgende gerapporteerd. Of eiser ten minste vier uur per dag belastbaar is, wordt getoetst aan de standaard. Bij eiser is sprake van een lichte verstandelijke beperking en een autistische stoornis. Het gaat niet om aandoeningen waardoor er onvoldoende energie kan worden opgenomen of waardoor er een te groot energieverbruik is. Er is ook geen sprake van een verminderde mogelijkheid tot recuperatie. Uit het dagverhaal bij verzekeringsarts [naam verzekeringsarts] blijkt niet van een toegenomen recuperatiebehoefte. In bezwaar wordt wel aangegeven dat eiser erg moe was na een hele dag werken, maar dat halve dagen bezig zijn bij [naam dagbesteding 1] wel lukt. De vermoeidheid hangt meer samen met de prikkels waarmee hij op de werkplek te maken krijgt dan met duurbelasting. De indicatie preventief is dan ook niet van toepassing. Eiser heeft wel een vertekend beeld van zijn eigen mogelijkheden, maar dat resulteert niet in een situatie waarin hij begrensd moet worden in werktijden. Wel is structuur en begeleiding noodzakelijk. Van verminderde beschikbaarheid door intensieve behandeling is geen sprake. Op medische gronden bestaat er dus geen reden om eiser niet ten minste vier uur per dag belastbaar te achten. Argumenten om aan te nemen dat hij wel één uur aaneengesloten een taak kan verrichten, eventueel met begeleiding, zijn dat de concentratie van eiser bij het onderzoek door verzekeringsarts [naam verzekeringsarts] als voldoende imponeert. Tijdens de hoorzitting van ruim een uur blijft eiser wel betrokken bij het gesprek. Eiser lijkt graag zelf te vertellen. In het testonderzoek van 6 december 2021 wordt aangegeven dat eiser anamnestisch moeite heeft met het vasthouden van aandacht en snel wordt afgeleid is, maar ook dat hij geen moeite heeft met rustig spelen of met een taak bezig zijn. Wanneer iets hem interesseert, kan hij goed zelfstandig werken. Bij de observaties wordt beschreven dat eiser zich tijdens het werken aan de taken voldoende lijkt te kunnen focussen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat eiser één uur aaneengesloten een taak kan verrichten, wanneer rekening gehouden wordt met zijn beperkingen. Vanuit medisch oogpunt kan niet gesteld worden dat eiser geen basale werknemersvaardigheden heeft. Hij kan een eenvoudige werkinstructie begrijpen, onthouden en uitvoeren. De mate van zijn verstandelijke beperking of ASS staat dat niet in de weg. Het blijkt ook uit dat eiser onder andere heeft geleerd hoe worstenbroodjes gemaakt moeten worden. Eiser kan ook afspraken nakomen, wel met begeleiding. Eiser is aangewezen op persoonlijke en functionele begeleiding. Een-op-een begeleiding is niet noodzakelijk, bij [naam dagbesteding 1] verricht eiser zijn taken ook in een kleine groep. Met betrekking tot de duur zal het gaan om langdurige begeleiding en mogelijk ook intermitterende begeleiding bij veranderingen. Het zal intensieve begeleiding betreffen in de vorm van rechtstreeks toezicht. Duidelijke instructies en structuur zijn nodig, maar ook moet in de gaten gehouden worden of de uitvoering van het werk goed gaat. Bij eiser is geen sprake van een progressief ziektebeeld. Het gaat om aandoeningen waarvan herstel niet mogelijk is, maar waarbij beter leren omgaan met de beperkingen nog wel mogelijk is. De aandoening is niet zodanig ernstig dat geen enkele toename van bekwaamheden mag worden verwacht. Bij [naam dagbesteding 1] laat hij zien dat hij nieuwe dingen kan aanleren. Eiser is in staat ten minste één uur aaneengesloten een taak te verrichten, is ten minste vier uur per dag belastbaar en er is sprake van een begeleidingsnoodzaak.
Arbeidskundig onderzoek
5. Aan het bestreden besluit liggen ook onderzoeken van een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b ten grondslag.
Arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige] heeft eiser gezien op 8 juli 2021, heeft op 8 juli 2021 overlegd met verzekeringsarts [naam verzekeringsarts] en heeft het dossier bestudeerd. De arbeidsdeskundige heeft op 12 juli 2021 geconcludeerd dat eiser arbeidsvermogen heeft en er sprake is van een intensieve begeleidingsnoodzaak. Eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden, omdat hij op school en op stage heeft laten zien dat hij instructies kan begrijpen, onthouden en uitvoeren. In de schoolverslagen en -adviezen is terug te vinden dat er een ontwikkeling heeft plaatsgevonden, namelijk van uitstroom naar dagbesteding naar uitstroom naar beschut werk. Eiser kan met hulpmiddelen (instructiekaarten, kleurenkaarten) taken uitvoeren als worstenbroodjes bakken. Hij kan thuistaken verrichten als in- en uitruimen van de vaatwasser en tafel dekken. De thuistaken worden met een digitale agenda aangeboden. Eiser kan op tijd op de stageplaatsen verschijnen. Eiser is in staat om afspraken na te komen. Hij moet op dit moment nog wel regelmatig door zijn ouders worden geroepen om uit bed te komen, maar hij is nog jong en kan op dit gebied nog ontwikkeling laten zien. Op basis van de Analyse Arbeidsvermogen is in het takenbestand gekozen voor de taak ‘‘handmatig afwassen (0303)’’. In deze functie kan eiser onder leiding van eigenaar/beheerder of dierverzorger etensbakken afwassen in de keuken van een dierenasiel of pension. Hij krijgt mondelinge instructies bij bijzonderheden. Er is geen sprake van stresserend werk, omdat er geen deadlines zijn en geen hectische werkomgeving. Eiser voldoet aan de vier criteria en beschikt dus over arbeidsvermogen.
Op 15 juli 2021 heeft de arbeidsdeskundige nog telefonisch overleg gehad met eisers moeder, waarbij eisers moeder aangaf dat het uitstroomadvies van school is gewijzigd van beschut werk naar dagbesteding, dat eiser bij [naam dagbesteding 1] op de dagbesteding op zijn plek zit en dat zij de nieuwe schoolgegevens zou overleggen aan de arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige heeft hierop op 16 juli 2021 nogmaals overlegd met de verzekeringsarts en heeft het ontwikkelingsperspectiefplan arbeidsgericht leerroute van Parcours van 13 juli 2021 (OPP) bestudeerd, waarna zij op 20 juli 2021 het volgende aanvullend heeft gerapporteerd. Eiser heeft geen arbeidsvermogen, maar kan dit wel ontwikkelen en er is sprake van een intensieve begeleidingsnoodzaak. Eiser beschikt nu niet over basale werknemersvaardigheden, omdat hij niet één uur aaneengesloten kan werken. Hij vraagt daarnaast niet om hulp en kan niet zelfstandig een taak uitvoeren. Er is sprake van ontwikkelingsmogelijkheden, omdat de ontwikkeling nog niet is gestabiliseerd. Voor wat betreft de duurzaamheid heeft de arbeidsdeskundige de overweging van de verzekeringsarts uit de rapportage van 19 juli 2021 overgenomen.
In de bezwaarfase heeft arbeidsdeskundige b&b [naam arbeidsdeskundige b&b] het dossier bestudeerd en op
11 april 2022 het volgende gerapporteerd. Er is aanleiding om af te wijken van de conclusie van arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige] . Eiser voldoet aan alle criteria voor het aannemen van arbeidsvermogen. Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b] heeft bevestigd dat eiser ten minste één uur aaneengesloten kan werken, ten minste vier uur per dag belastbaar is en medisch gezien over basale werknemersvaardigheden beschikt. De voorbeeldtaak ‘‘handmatig afwassen (0303)’’ uit het Takenbestand UWV acht de arbeidsdeskundige b&b – evenals de primaire arbeidsdeskundige – passend voor eiser. Er is een noodzaak voor ondersteunende begeleiding. De begeleider van eiser dient al voor de eerste tewerkstelling door een tijdelijk in te zetten deskundige jobcoach die bekend is met de arbeidsbeperkingen over de geëigende benadering te worden geïnformeerd (compensatie). Het treffen van compensatoire maatregelen als het aanbieden van een op de persoon afgestemde instructie, inwerkperiode, werkaanbod en inzet van begeleiding verhindert de aanname van arbeidsvermogen niet. De na te streven participatie in arbeid wordt daardoor juist bevorderd. Ten aanzien van basale werknemersvaardigheden is uit het OPP en het document ‘‘Begeleidingsverslagen […]’’ zonder meer af te leiden dat eiser instructies begrijpt, onthoudt en uitvoert en dat werkhouding bij een passend werkaanbod goed is.
Beoordeling door de rechtbank
6. Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft.
Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiser voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiser kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiser beschikt niet over basale werknemersvaardigheden
- eiser kan niet een uur aaneengesloten werken
- eiser is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen).
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV dan beoordelen of deze situatie duurzaam is.
Bij de beoordeling maakt het UWV gebruik van de Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA)-systematiek. Bij deze beoordeling staat de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ centraal. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ vastgesteld.
7. Ter zitting heeft eiser desgevraagd aangegeven dat hij enkel nog de voorwaarde van een uur aaneengesloten kunnen werken bestrijdt en, indien de rechtbank aan de beoordeling van deze voorwaarde toekomt, de duurzaamheid. Eiser heeft hierbij verwezen naar de beschrijving arbeidsvaardigheden dagbesteding [naam dagbesteding 2] van 10 juni 2022 en het OPP van Parcours van 13 juli 2021.
8. De rechtbank overweegt dat in het Compendium over de voorwaarde van één uur aaneengesloten werken is vermeld dat dit ziet op het zelfstandig functioneren van de betrokkene in relatie tot de continuïteit van het arbeidsproces. Het gaat er bij dit punt uitsluitend om dat niet vaker dan een keer per uur een substantiële onderbreking van het productieproces noodzakelijk is om de betrokkene bij te sturen”. [1] Begeleiding hoeft dus niet in de weg te staan aan het aannemen van arbeidsvermogen. Van belang is of de begeleiding verder reikt dan wat in een arbeidsorganisatie door een leidinggevende of een jobcoach kan worden geboden. [2]
9. Ter zitting heeft het UWV een passage uit de begeleidingsverslagen over eisers ‘stageperiode’ bij [naam bedrijf 2] in 2020-2021 geciteerd: ‘‘ [naam eiser] is voldoende productief. Hij werkt goed door en kan zich voor langere tijd op zijn taak richten. In de beginperiode vond [naam eiser] het nog moeilijk om zelf door te werken als hij een deeltaak af had, maar naarmate de tijd vorderde heeft hij geleerd om ook vaker een volgende taak op te pakken. Dit heeft ook te maken met het feit dat hij hierin de vrijheid krijgt, maar zeker ook met het feit dat hij nu beter snapt welk werk er gedaan moet worden en wat het uiteindelijke resultaat moet zijn. [naam eiser] stelt hierover nu ook vragen, zodat hij zelf ook zijn werk beter kan inschatten. [..] [naam eiser] is nauwkeuriger gaan werken en ziet zelf ook wanneer iets niet (helemaal) klopt. [..] Het opruimen van eigen werk en gezamenlijke werkruimte doet [naam eiser] uit eigen initiatief.’’ Het UWV heeft zich dan ook op het standpunt gesteld dat eiser in staat is om een uur aaneengesloten te werken. Eiser heeft de inhoud van bovenstaande passage niet betwist, hoewel hij hierbij de kanttekening plaatste dat uit deze passage en de beschrijving van [naam dagbesteding 2] blijkt dat hij veel ondersteuning en aansturing nodig heeft. Ook heeft eiser ter zitting desgevraagd aangegeven dat hij zijn dagen momenteel vult met werken op zijn pc aan software en dat hij wel eens wentelteefjes bakt.
10. Op basis van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat het oordeel van het UWV juist is. Hieruit komt juist het beeld naar voren dat eiser rond de datum in geding, weliswaar met begeleiding, maar niet op die schaal dat sprake is van substantiële onderbrekingen van het arbeidsproces, een uur aaneengesloten kan werken en dat hij dit in het verleden ook heeft laten zien, bijvoorbeeld in zijn periode bij [naam bedrijf 2] . Dit is ook wat de arbeidsdeskundige b&b heeft beschreven in zijn rapportage van 11 april 2022. Eiser heeft met de beschrijving van [naam dagbesteding 2] , het OPP van Parcours en zijn toelichting ter zitting niet aannemelijk gemaakt dat hij niet een uur aaneengesloten kan werken. Hieruit volgt juist dat eiser goed zelfstandig kan werken wanneer iets hem interesseert en hij zich tijdens het werken aan deze taken voldoende lijkt te kunnen focussen. Dit is ook wat de verzekeringsarts b&b in zijn rapportage van 17 maart 2022 heeft beschreven. Eisers grond dat hij niet een uur aaneengesloten kan werken, slaagt dan ook niet.
11. Uit wat de rechtbank in overweging 10 heeft geoordeeld, volgt dat de rechtbank niet toekomt aan het beoordelen van de voorwaarde van duurzaamheid. Deze grond van eiser behoeft dus geen bespreking.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering aan eiser toe te kennen. Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard, krijgt eiser geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiser het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 7 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage wettelijk kader

Wajong
Artikel 1a:1, eerste lid:
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b.na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid:
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, derde lid:
De ingezetene die tijdelijk geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft wordt alsnog jonggehandicapte, indien hij gedurende een tijdvak van tien jaar volgend op de dag waarop hij jonggehandicapte zou zijn geworden op grond van het eerste lid, onderdeel a of b, of het tweede lid, indien hij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zou hebben gehad, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had.
Artikel 1a:1, vierde lid:
Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan de situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
Artikel 1a:1, zesde lid:
De beoordeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek.
Artikel 1a:1, achtste lid:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
Schattingsbesluit
Artikel 1a, eerste lid:
Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Artikel 1a, tweede lid:
Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de CRvB van 22 september 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2387, en van
2.Zie de uitspraak van de CRvB van 14 oktober 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:2570, en van 14 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1461.