ECLI:NL:RBZWB:2023:4533
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering terugkomen op besluit Anw-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om terug te komen van het besluit om aan haar geen uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) toe te kennen. De Svb had eerder, op 28 juni 2022, geweigerd om de Anw-uitkering van eiseres te herzien, ondanks haar stelling dat zij 45% of meer arbeidsongeschikt is. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend, maar deze was afgewezen omdat de Svb concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Svb. Eiseres voerde aan dat er nieuwe feiten waren, onderbouwd door rapporten van haar psycholoog, die volgens haar relevant waren voor de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. De rechtbank oordeelde echter dat de informatie van de psycholoog niet nieuw was en dat de Svb op goede gronden had besloten om het herzieningsverzoek af te wijzen. De rechtbank concludeerde dat de eerdere besluiten van de Svb, die de arbeidsongeschiktheid van eiseres op 31 januari 2015 vaststelden, niet onjuist waren en dat er geen reden was om een deskundige te raadplegen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees zij de verzoeken van eiseres af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 29 juni 2023, en eiseres kreeg geen vergoeding voor griffierecht of proceskosten. De rechtbank benadrukte dat het aan de aanvrager is om nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren bij een herzieningsverzoek, en dat de Svb de eerdere besluiten zorgvuldig had voorbereid en gemotiveerd.