ECLI:NL:RBZWB:2023:3725
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur inzake teruggaaf omzetbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juni 2023, wordt het beroep van een ondernemer uit Eindhoven beoordeeld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De ondernemer had een teruggaafbeschikking omzetbelasting aangevraagd over het tijdvak van 1 juli 2020 tot en met 30 september 2020. De inspecteur had het bezwaar van de ondernemer gegrond verklaard en een aanvullende teruggaaf verleend, maar de ondernemer stelde dat hij recht had op een hogere teruggaaf. De rechtbank behandelt de feiten en de argumenten van beide partijen, waarbij de ondernemer stelt dat hij de woning voor een aanzienlijk deel zakelijk gebruikt, terwijl de inspecteur dit betwist. De rechtbank concludeert dat de ondernemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op een hogere teruggaaf van omzetbelasting op de realisatiekosten van de woning. Wel wordt de ondernemer een aanvullende teruggaaf van € 22 aan voorbelasting op overige zakelijke kosten toegekend. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en stelt de teruggaaf van omzetbelasting vast op € 11.500. De inspecteur wordt veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan de ondernemer.