In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand. De verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van 30 november 2022, waarin de invordering van verbeurde dwangsommen werd aangekondigd. De verzoeker had eerder een last onder dwangsom opgelegd gekregen, waarbij hij verplicht was om bepaalde bouwwerken te verwijderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet tijdig aan deze last heeft voldaan, waardoor de dwangsommen zijn verbeurd. De verzoeker voerde aan dat de invordering van de dwangsommen was verjaard, maar de rechtbank oordeelde dat de verjaring was gestuit door een aanmaning van het college. De rechtbank heeft geoordeeld dat de invordering van de dwangsommen niet in strijd is met de redelijkheid en dat het college terecht gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de verbeurde dwangsommen te innen. Het beroep van de verzoeker is ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen.