ECLI:NL:RBZWB:2023:2816
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2020 en de belastbaarheid van pensioenuitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2020 opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.885. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur wees het bezwaar af. De rechtbank behandelt de zaak en oordeelt of de inspecteur de aanslag terecht heeft vastgesteld.
Belanghebbende ontving in 2020 een WGA-uitkering van het UWV en een nabetaling van een arbeidsongeschiktheidspensioen. In haar aangifte gaf zij een belastbaar inkomen aan dat overeenkwam met de aanslag. De rechtbank beoordeelt of de pensioenuitkering terecht als belastbaar inkomen is aangemerkt. Belanghebbende betoogt dat de nabetaling een aanvulling op het inkomen uit sparen en beleggen is en dat zij erop mocht vertrouwen dat er loonheffing was ingehouden.
De rechtbank concludeert dat de inspecteur de pensioenuitkering terecht als belastbaar inkomen heeft aangemerkt. De rechtbank wijst het beroep van belanghebbende af, omdat zij niet heeft aangetoond dat er sprake is van een individuele buitensporige last. Ook het beroep op de hardheidsclausule wordt afgewezen, omdat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om hierover te oordelen. De uitspraak bevestigt de aanslag en belanghebbende krijgt geen griffierecht terug.