In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 april 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat betrekking heeft op zijn aanvraag om openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had in 2019 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Tilburg om informatie over de kosten en opbrengsten van naheffingsaanslagen parkeerbelasting van 2016 tot en met 2019. Het college heeft in 2020 een deel van de informatie openbaar gemaakt, maar eiser was ontevreden en heeft bezwaar gemaakt. Na een aantal juridische stappen, waaronder het indienen van een beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar, heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De rechtbank concludeert dat het college het bezwaar van eiser terecht deels niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat de weigering om bepaalde informatie openbaar te maken op goede gronden is gebeurd. De rechtbank oordeelt dat de weggelakte informatie in de facturen van P1 vertrouwelijk is en dat openbaarmaking zou leiden tot onevenredige benadeling van de concurrentiepositie van P1. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat het college over andere relevante informatie beschikte die niet openbaar is gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. De rechtbank heeft tevens bepaald dat het college het griffierecht aan eiser zal vergoeden, maar ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.