ECLI:NL:RBZWB:2023:2283
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na overschrijding van het toegestane verblijf in het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar, en het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren (verweerder). De zaak betreft de herziening en terugvordering van een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet. Orionis had op 27 januari 2022 besloten om de bijstandsuitkering van eisers terug te vorderen over de periode van 19 tot en met 26 december 2021, omdat eiseres langer dan de wettelijk toegestane 28 dagen in het buitenland verbleef. In het bestreden besluit van 25 februari 2022 verklaarde Orionis de bezwaren van eisers gedeeltelijk gegrond, maar handhaafde de terugvordering voor de genoemde periode. Tijdens de zitting op 17 februari 2023 werd het beroep van eisers behandeld, waarbij zij werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat eiseres op 4 maart 2000 was gehuwd en op 16 februari 2022 was gescheiden. Eiseres verbleef in Egypte vanwege het overlijden van haar vader op 19 december 2021. Orionis stelde dat eiseres de wettelijk toegestane periode van verblijf in het buitenland had overschreden, wat leidde tot het verlies van recht op bijstand. Eisers voerden aan dat Orionis het evenredigheidsbeginsel had geschonden en dat eiseres geen verwijt kon worden gemaakt voor haar verblijf in het buitenland. De rechtbank oordeelde dat Orionis terecht had besloten tot herziening en terugvordering, maar constateerde een motiveringsgebrek in het bestreden besluit. Dit gebrek werd echter gepasseerd omdat eisers niet benadeeld waren.
De rechtbank concludeerde dat de terugvordering van de bijstandsuitkering rechtmatig was, omdat de eisers te veel bijstand hadden ontvangen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en Orionis werd opgedragen het griffierecht aan eisers te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met de besteding van gemeenschapsgeld en de belangen van bijstandsontvangers af te wegen.