ECLI:NL:RBZWB:2023:1603
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de zorgtoeslag en de status van toeslagpartners na echtscheiding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2023, wordt de zaak behandeld van eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.S. Yap, tegen de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank beoordeelt de beroepen van eiseres tegen twee besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen. Het eerste besluit betreft de zorgtoeslag over het jaar 2021, en het tweede besluit betreft de afwijzing van haar verzoek om herziening van de zorgtoeslag over de jaren 2018, 2019 en 2020. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten, waarbij de rechtbank op 27 januari 2023 de beroepen heeft behandeld.
De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst/Toeslagen eiseres en haar ex-echtgenoot, [naam man], terecht als toeslagpartners heeft aangemerkt voor de jaren 2019 en 2020, en in de periode van 1 januari 2021 tot 1 maart 2021. Eiseres had op 16 februari 2021 een verzoek tot echtscheiding ingediend, maar volgens de wetgeving blijft de ex-echtgenoot tot het moment van echtscheiding als toeslagpartner aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat er geen ruimte is voor een belangenafweging of toetsing aan het evenredigheidsbeginsel in deze situatie, en dat de wet dwingendrechtelijk is.
De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.