ECLI:NL:RBZWB:2023:1602
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de weigering van een Ziektewet-uitkering op basis van de no-risk polis
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om werknemer geen Ziektewet-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. I. Stolting, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV van 17 december 2021, waarin de uitkering werd geweigerd omdat er geen sprake zou zijn van een no-risk polis. De rechtbank heeft de zaak op 16 december 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en een vertegenwoordiger van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat werknemer geen recht heeft op een Ziektewet-uitkering. Dit is gebaseerd op het feit dat werknemer niet binnen vijf jaar na het einde van de wachttijd van twee jaar ziekte in dienst is getreden bij eiseres, maar al vóór het verstrijken van deze wachttijd. Eiseres had aangevoerd dat de strikte toepassing van artikel 29b van de Ziektewet in haar geval onevenredig uitpakt, maar de rechtbank oordeelt dat deze bepaling dwingend is en niet kan worden getoetst aan het evenredigheidsbeginsel.
De rechtbank wijst erop dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor het onderzoeken van de voorwaarden voor de no-risk polis en dat zij niet zonder meer op de mededelingen van het re-integratiebedrijf had mogen afgaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit van het UWV in stand blijft. Er wordt geen veroordeling van de proceskosten of vergoeding van het griffierecht opgelegd.