Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 maart 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats 1] (Duitsland), belanghebbende
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Feiten
- de binnen- en buitenkant van [object 1] zijn volledig gestript tot het betonnen casco; op iedere verdieping is het gebouw opnieuw ingedeeld / ingericht en zijn op meerdere locaties nieuwe sanitaire voorzieningen gerealiseerd;
- de oorspronkelijke schil (gevels en daken) is vervangen door een nieuwe schil;
- de oude techniekruimte op de negende verdieping van [bouwdeel 1] is verwijderd en vervangen door een skylounge. Hiervoor is een nieuwe lift, trap en toiletgroep aangebracht;
- de stalen vakwerkligger op het dak van de achtste verdieping van [bouwdeel 1] is vervangen door een nieuwe dragende constructie;
- op de begane grond van [bouwdeel 1] is aan de [adres 2] een nieuwe uitbouw gerealiseerd, die dienst doet als restaurant;
- er is een nieuwe hoofdentree en entreehal gemaakt op de hoek van de [adres 2] en de [adres 3];
- in de noordgevel (ter hoogte van het parkeerterrein) zijn nieuwe loadingdocks en personeelsingangen gemaakt;
- tussen de bouwdelen [bouwdeel 1] en [bouwdeel 2] is een nieuwe centrale kern gemaakt voor het noodtrappenhuis en de goederenlift;
- in de kelder is een deel van de vloer verwijderd om plaats te maken voor een sprinklerbassin;
- in de entreehal van de bouwdelen [bouwdeel 1] en [bouwdeel 2] zijn op de eerste en tweede verdieping vides gemaakt. De uitsparingen zijn constructief versterkt met een staalconstructie;
- voor de fundering van de uitbreidingen, de nieuwe kern, de loadingdocks, de personeelsingangen, het nieuwe restaurant, de nieuwe hoofdentree en het nieuwe sprinklerbassin zijn in totaal 102 nieuwe funderingspalen onder het gebouw toegevoegd;
- de uitsparingen in de betonnen constructie voor de diverse vides, trappenhuizen en liften zijn constructief versterkt met een staalconstructie;
- de gevel is op diverse verdiepingen rondom naar buiten geplaatst, waardoor er vloeroppervlakte is bijgekomen. Door het aanbrengen van vides, trappen- en liftschachten is ook enig vloeroppervlak verwijderd. In het geheel bezien is de verhuurbare oppervlakte toegenomen met 3,09%;
- het buitenterrein is volledig nieuw bestraat en ingericht. De oude verharding, riolering en opbouw ten behoeve van de parkeerplaatsen op het buitenterrein is volledig verwijderd en hier is een nieuw parkeerterrein ontwikkeld met 180 parkeerplaatsen.
Beoordeling door de rechtbank
‘vóór eerste ingebruikneming
’in het geval van verbouwing van gebouwen zelf kunnen bepalen. Het Hof van Justitie heeft alleen de ondergrens gegeven voor de gevallen waarin lidstaten een regeling kunnen treffen met betrekking tot de invulling van het criterium ‘vóór eerste ingebruikneming’ van een gebouw, en heeft geen eisen gesteld aan de voorwaarden die de lidstaten overigens aan die regeling verbinden. [7] Daardoor kunnen tussen de lidstaten onderling verschillen bestaan in de fiscale behandeling van een gebouw als dat van belanghebbende. De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat de implementatie van de Btw-richtlijn 2006 in de Nederlandse wetgeving onjuist zou zijn. De daartoe door belanghebbende aangehaalde verschillen in de Poolse en Nederlandse taalversies van het arrest Kozuba zijn daartoe onvoldoende.