In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen de terugvordering van zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. L.L. Ross, had sinds 14 april 2014 een bijstandsuitkering ontvangen, maar deze werd herzien van de alleenstaandennorm naar de kostendelersnorm. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg vorderde op 18 januari 2021 een bedrag van € 31.470,20 terug, wat eiser betwistte. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van het besluit van 17 maart 2020, waardoor zijn bezwaar tegen dit besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college niet kon aantonen dat het besluit op de juiste wijze was bekendgemaakt, maar dat eiser niet tijdig bezwaar had gemaakt. De rechtbank concludeerde dat het college op goede gronden het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en dat de terugvordering van de bijstandsuitkering terecht was. Eiser had niet aangetoond dat de kostendelersnorm niet van toepassing was, en de rechtbank wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat de redelijke termijn van twee jaar nog niet was overschreden.