ECLI:NL:RBZWB:2022:8083
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaafverzoek dividendbelasting over boekjaren 2006 tot en met 2011 afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van dividendbelasting voor de boekjaren 2006 tot en met 2011. De belanghebbende, een in Ierland gevestigd beleggingsfonds, had verzocht om teruggaaf van ingehouden dividendbelasting, maar dit verzoek is door de inspecteur van de Belastingdienst afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek voor de boekjaren 2006 en 2007 te laat is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een verzoek om teruggaaf drie jaar na afloop van het boekjaar is. Voor de boekjaren vanaf 2008 heeft de Hoge Raad in eerdere jurisprudentie bepaald dat het vrije verkeer van kapitaal niet wordt belemmerd door het feit dat buiten Nederland gevestigde beleggingsinstellingen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling, wat ook een reden was voor de afwijzing van de verzoeken. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.