De oprichtingsakte van belanghebbende is verleden op [datum] 2008. Op [datum] 2009 is een akte ‘Besluit inzake de wijziging van de oprichtingsakte’ notarieel vastgesteld. Deze wijziging houdt onder meer verband met de toetreding van [B] , de broer van de oprichter, en [C] , de dochter van de oprichter, tot de adviesraad van belanghebbende. Vanaf [datum] 2009 luidt de tekst van de oprichtingsakte, in de Nederlandse taal, voor zover hier van belang, als volgt:
“OPRICHTINGSAKTE
(…)
§ 1
Oprichter, naam, zetel
(1)
De oprichter:
a)
[A] (…) (hierna te noemen: oprichter).
(…)
§ 6
Stichtingsbestuur
(1)
Het stichtingsbestuur bestaat uit 3 (drie) leden.
(…)
(8) De (her)benoeming van leden van het stichtingsbestuur (opvolgende leden) geschiedt door de adviesraad van de stichting [Stiftungsbeirat]. Zolang er nog geen adviesraad is ingesteld, geschiedt de (her)benoeming van leden van het stichtingsbestuur door de rechtbank met bevoegdheid voor het betreffende handelsregister, waarbij aan de oprichter en – na diens overlijden resp. na intreding van diens duurzame handelingsonbekwaamheid – aan de adviesraad van de stichting een recht van voordracht toekomt.
(…)
(10) De leden van het stichtingsbestuur kunnen om zwaarwegende redenen te allen tijde met onmiddellijke ingang worden ontslagen door de alsdan benoemingsgerechtigde personen conform § 8 (acht) alsmede door de rechtbank met bevoegdheid voor het betreffende handelsregister.
(11) (…) Alle besluiten en beschikkingen die niet conform het Privatstiftungsgesetz en de oprichtingsverklaring aan andere instanties of organen zijn voorbehouden, vallen binnen de bevoegdheid van het stichtingsbestuur.
(12) Het stichtingsbestuur is gemachtigd een reglement op te stellen. De vaststelling en aanpassing van het reglement van het stichtingsbestuur behoeven behalve het desbetreffend besluit van het stichtingsbestuur tevens de toestemming van de adviesraad van de stichting.
(…)
§ 8
Adviesraad van de stichting
(1) Het volgende stichtingsorgaan dat wordt benoemd, is de adviesraad van de stichting. Deze bestaat uit één, twee of drie leden. De adviesraad van de stichting dient – aanvullend op de taken die conform de oprichtingsverklaring in de alsdan geldende versie aan dit orgaan worden toegewezen – het stichtingsbestuur te adviseren bij het beheer van het stichtingsvermogen alsmede bij het vaststellen van de begunstigden en de omvang van de aan hen te verstrekken uitkeringen.
(…)
(4) De oprichter bepaalt hierbij dat er een adviesraad van de stichting wordt ingesteld. Voor de adviesraad gelden de volgende regelingen:
a) Naast de oprichter [A] behoren tot de adviesraad van de stichting: [B] , (…), alsmede [C] , geboren op [datum] [jaar] , (…). In het kader van de adviesraad van de stichting heeft de oprichter drie stemmen, terwijl elk ander lid telkens één stem heeft.
(…)
c) Na het overlijden van de oprichter resp. na intreding van diens duurzame handelingsonbekwaamheid zullen die personen tot de adviesraad van de stichting toetreden die de oprichter schriftelijk tegenover het stichtingsbestuur dan wel in een geldige vorm van laatste wilsbeschikking heeft aangewezen. Indien de oprichter een dergelijke beschikking achterwege laat, dan gelden subsidiair de bepalingen inzake wettelijke erfopvolging.
d) In het vervolg dienen de betreffende leden van de adviesraad te bepalen op wie het recht tot benoeming en ontslag van leden van de adviesraad (hierna te noemen: ‘nominatierecht’) overgaat. (…)
(…)
(9) De leden van de adviesraad van de stichting kunnen ook zonder opgaaf van zwaarwegende redenen te allen tijde met onmiddellijke ingang worden ontslagen. Het recht om leden van de adviesraad te ontslaan, richt zich naar de leden 4 (vier) en 5 (vijf). Een ontslag dient te geschieden middels een aangetekende brief en treedt in werking met de ontvangst van de ontslagbrief door het betreffende lid van de adviesraad.
(…)
(14) De adviesraad van de stichting neemt zijn besluiten, voor zover de oprichtingsverklaring in de alsdan geldende versie niet anderszins bepaalt, met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Na het overlijden van de oprichter resp. na intreding van diens duurzame handelingsonbekwaamheid, en zolang [C] , geboren op [datum] [jaar] , (…) de leeftijd van 28 (achtentwintig) jaar nog niet heeft bereikt, geeft de stem van [B] , (…), de doorslag. Bij het bereiken van de leeftijd van 28 (achtentwintig) jaar geeft de stem van [C] , (…), de doorslag. Indien de adviesraad ten aanzien van een bepaalde kwestie niet tot een besluit komt, gaat voor de duur van het meningsverschil de desbetreffende beslissingsbevoegdheid over op het stichtingsbestuur. Hetzelfde geldt wanneer en zolang er om welke redenen dan ook geen adviesraad van de stichting is benoemd.
(…)
§ 10
Begunstigden
(1) Als begunstigden van de Privatstiftung gelden die personen die het stichtingsbestuur overeenkomstig de nadere bepalingen in de aanvullende oprichtingsakte aanwijst.
(…)
§ 11
Wijziging van de oprichtingsverklaring
(1) De oprichter behoudt zich het recht voor om de oprichtingsverklaring (omvattende de oprichtingsakte en de aanvullende oprichtingsakte) te wijzigen. Het recht tot wijziging van de oprichtingsverklaring omvat ook het recht om deze § 11 (paragraaf 11) van de oprichtingsverklaring te wijzigen. De wijziging van de oprichtingsverklaring door de oprichter behoeft – zolang een van beide hierna genoemde personen nog leeft en niet duurzaam handelingsonbekwaam is – de toestemming ofwel van [B] , (…), ofwel van [C] , (…), ofwel van een ander lid van de adviesraad van de stichting. (…)
(…)
§ 12
Herroeping van de oprichting
(1) De oprichter behoudt zich het recht voor om deze oprichting te allen tijde zonder opgaaf van redenen te herroepen. De herroeping van de oprichtingsverklaring door de stichter behoeft – zolang een van beide hierna genoemde personen nog leeft en niet duurzaam handelingsonbekwaam is – de toestemming van ofwel [B] , (…), ofwel van [C] , (…)
(…)
§ 13
Aanvullende oprichtingsakte
(1) De oprichter behoudt zich het recht voor naar aanleiding van de oprichting van de stichting dan wel op een later tijdstip één of meerdere aanvullende oprichtingsakten (Stiftungszusatzurkunden) op te stellen resp. te wijzigen.
(…)
§ 14
Slotbepalingen
(1) Voor zover deze oprichtingsverklaring in de alsdan geldige versie niet anderszins bepaalt, is op de Privatstiftung het Oostenrijkse Privatstiftungsgesetz, BGBI. [jaar] /694, in de alsdan geldende versie van toepassing.
(4) Indien afzonderlijke bepalingen uit de oprichtingsverklaring onuitvoerbaar of nietig blijken, laat dit de geldigheid van de overige bepalingen onverlet. De onuitvoerbare of nietige bepaling dient te worden vervangen door een rechtsgeldige regeling die zoveel mogelijk overeenkomt met de uitdrukkelijke of vermoede bedoelingen van de oprichter. Hetzelfde geldt ten aanzien van leemtes in deze oprichtingsverklaring.
De interpretatie van de oprichtingsverklaring dient te geschieden volgens de uitdrukkelijke of vermoede bedoelingen van de oprichter.
(…)”