Eiseres heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat zij in bezwaar al heeft geageerd tegen het zonder medisch onderzoek en enkel op basis van een telefoongesprek van haar met een verzekeringsarts komen tot het besluit haar ZW-uitkering stop te zetten.
Bij het bestreden besluit hoort een medische herbeoordeling waarvoor eiseres wederom niet medisch is onderzocht. Dat zij heeft aangegeven geen hoorzitting nodig te achten maakt niet dat van een medisch onderzoek kan worden afgezien, waar eiseres expliciet heeft gemeld geen bezwaar te hebben tegen een medisch onderzoek door een verzekeringsarts b&b. Dat had, gelet op de kwaliteitseisen van het Schattingsbesluit dan ook niet achterwege mogen blijven. Eiseres heeft zowel lichamelijke als psychische beperkingen voor werk.
Verder is de verzekeringsarts b&b, zonder eigen waarneming, voorbij gegaan aan de door psycholoog [naam psycholoog] genoemde concentratieproblemen en paniekgevoelens met alleen een verwijzing naar het telefoongesprek met de primaire verzekeringsarts.
Dat gesprek werd bovendien door eiseres gevoerd zonder inname van haar reguliere medicatie en de verzekeringsarts maakte daarbij een tamelijk ongeïnteresseerde indruk op eiseres. Eiseres wijst er op codeïnefosfaat en Diazepam te slikken en dat bij beide medicijnen een waarschuwing voor het reactievermogen (autorijden, bediening van machines, spelen op straat et cetera) is opgenomen. Die medicatie versuft haar, maar is nodig tegen de pijn, ze heeft 24 uur per dag pijn aan de rug. Om haar situatie inzichtelijk te kunnen maken nam ze die medicatie niet voorafgaand aan het telefoongesprek met de verzekeringsarts.
Ook gaat het UWV voorbij aan de orthopeed die aangeeft dat bij werkhervatting het werk licht en afwisselend moet zijn. De huisarts schreef een tilbeperking voor van 3 kilogram en in de FML wordt dat zo maar op 5 kilogram gezet.
De gespecificeerde informatie van de orthopeed met betrekking tot de rugproblemen was bij de primaire verzekeringsarts niet eens beschikbaar. Ook toen die wel bekend was zijn in de FML geen verdergaande beperkingen opgenomen. De zitbeperking van de orthopeed wordt genegeerd.
In verband met de dyslexie ontbreekt ten onrechte een beperking bij aspect 2.4, zonder motivering.
Ten onrechte gaat het UWV bij de geduide functies er van uit dat eiseres incidenteel 8 kilogram kan tillen/dragen, terwijl zij juist tot 3 kilogram beperkt zou moeten zijn. Geen van de verzekeringsartsen heeft de rug van eiseres onderzocht.
In verband met de gevaarzetting als gevolg van haar medicatie kan eiseres de functie textielproductenmaker (naaimachine) niet uitoefenen.
Verder meldt eiseres dat de orthopeed aangeeft dat werk licht en afwisselend moet zijn voor haar, maar dat die afwisseling in de geduide functies ontbreekt.
Tot slot meldt eiseres de hele dag pijn te hebben en nauwelijks tot enige activiteit in staat te zijn. Zij kan haar huishouden al niet aan en is in het geheel niet in staat buitenshuis te werken.