In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een dwangsombesluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis beoordeeld. Eiser had op 18 augustus 2020 een verzoek ingediend om inzage in zijn persoonsgegevens op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Het college heeft dit verzoek op 28 oktober 2020 afgewezen, waarna eiser bezwaar maakte tegen het niet tijdig nemen van een dwangsombesluit. De rechtbank heeft het beroep op 27 juli 2021 niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht, maar dit oordeel werd later herzien in een uitspraak van 17 september 2021, waarin het verzet van eiser gegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve beoordeeld of het beroep ontvankelijk is. Hierbij werd vastgesteld dat eiser misbruik heeft gemaakt van zijn recht om beroep in te stellen. Eiser had niet alleen een AVG-verzoek ingediend bij het college van Sluis, maar ook bij meerdere andere gemeenten, wat erop wijst dat zijn intentie niet was om inzage in persoonsgegevens te verkrijgen, maar om dwangsommen te innen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser zijn bevoegdheid om beroep in te stellen heeft misbruikt. De rechtbank komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.