In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 oktober 2022, wordt de aanvraag van een belanghebbende, vennoot van een tandprothetiek vennootschap onder firma (vof), voor milieu-investeringsaftrek (MIA) voor aangeschafte scanapparatuur beoordeeld. De belanghebbende had de MIA aangevraagd voor een investering van € 110.749 in een scanner en freesmachine, die volgens hem voldeed aan de eisen van code D 1270 van de Milieulijst 2016. Deze code vereist dat de apparatuur het gebit of delen daarvan scant. De rechtbank oordeelt dat de scanapparatuur, die uitsluitend gips- en siliconenafdrukken scant die zich buiten de mond bevinden, niet voldoet aan de vereisten van de Milieulijst. De rechtbank concludeert dat het begrip 'gebit' in de context van de Milieulijst verwijst naar het geheel van tanden en kiezen in de mond, en niet naar protheses of afdrukken buiten de mond. Hierdoor heeft de belanghebbende geen recht op de MIA. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de aanslagen van de inspecteur worden gehandhaafd en dat de belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.