De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek op een voldoende zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Uit de rapporten van de verzekeringsartsen blijkt dat zij op de hoogte waren van de door eiseres gestelde klachten, waaronder niet alleen de psychische, maar met name ook de knie (gonartrose-) klachten. Bij de opstelling van de FML is met het geobjectiveerde deel van de klachten rekening gehouden.
De informatie die eiseres in beroep heeft overgelegd geeft de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de belastbaarheid die de verzekeringsartsen hebben aangenomen. Daarbij is in aanmerking genomen dat, zoals door de verzekeringsarts b&b in haar rapportage 6 juli 2022 (in reactie op de door eiseres aangeleverde medische informatie) is aangegeven, tussen partijen niet (meer) in geschil is dat de datum in geschil 16 oktober 2021 is. Ter zitting is dat door beide partijen bevestigd.
Uit de medische beoordelingen blijkt dat op die datum de psychische beperkingen voor eiseres in de FML van 13 augustus 2021 ook toereikend zijn voor 16 oktober 2021. Weliswaar acht eiseres zich op 16 oktober 2021 sterker beperkt dan op 6 april van dat jaar voor zelfstandig handelen in dagelijks functioneren, handelingstempo, deadlines en productiepieken, afleiding door activiteiten van anderen, voorspelbare werksituaties, werksituaties zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen, werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is en de mate van zelfstandigheid in arbeid, maar daarin kan de rechtbank haar niet volgen.
De door eiseres daartoe ingediende informatie van GZ-psycholoog/psychotherapeut [naam GZ-psycholoog/psychotherapeut] van 7 juni 2021 en 17 mei 2022 is door de verzekeringsarts b&b zorgvuldig in haar afwegingen betrokken zoals blijkt uit haar rapportage van 6 juli 2022. Daaruit blijkt goed gemotiveerd dat eiseres op mentaal vlak zeker niet meer of zwaardere beperkingen kent op de datum in geding dan in de FML van 13 augustus 2021 voor haar zijn opgenomen.
Met betrekking tot haar fysieke (knie-)problemen heeft eiseres – ook ter zitting – nog gewezen op de Stecr-werkwijze ‘Gonartrose’ ter onderbouwing van haar stelling onvoldoende beperkt te zijn op dit vlak op de datum in geding in de FML van 13 augustus 2021.
Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts 2] wijst er in haar reactie op de laatste beroepsgronden van 6 juli 2022 op dat eiseres na de operatie aan de knie klachten ontwikkelde die volgens de fysiotherapeut leken op radiculaire klachten en dat daarnaar meermaals onderzoek is gedaan. Bij een MRI onderzoek van heupen en rug bleken geen ernstige afwijkingen anders dan milde degeneratieve afwijkingen laag lumbaal en aanwijzingen voor discopathie. Daarna is komen vast te staan dat sprake is van mediale gonartrose die de pijnklachten kan verklaren.
De forse beperkingen die de verzekeringsarts b&b in de FML heeft opgenomen voor klimmen/knielen en hurken, naast die voor lopen en tillen en dragen en langdurig staan met het feit dat daarbij is aangegeven dat lopen of staan moet kunnen worden afgewisseld met zitten, maken dat de opgestelde beperkingen voor eiseres adequaat zijn op de datum in geding en, naar de verzekeringsarts b&b stelt, in overeenstemming met de Stecr-werkwijze ‘gonartrose’.
De rechtbank kan de verzekeringsarts b&b daarin volgen, gelet op het feit dat eiseres in de FML beperkt is voor zo goed als alle items die volgens de Stecr-werkwijze daarvoor in aanmerking komen, met de enkele uitzondering van het torderen van het bovenlichaam, waarover eiseres ook geen aparte medisch onderbouwde klachten heeft.
Ook overigens is de rechtbank niet gebleken dat in de FML van 13 augustus 2021 de beperkingen van eiseres zijn onderschat. De beroepsgrond dat eiseres meer beperkt moet worden, kan daarom niet slagen. Voor de verdere beoordeling gaat de rechtbank dan ook uit van de belastbaarheid die is neergelegd in die FML.