ECLI:NL:RBZWB:2022:5151

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2022
Publicatiedatum
6 september 2022
Zaaknummer
02-330718-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor de handel in drugs en ketamine gelet op het ontbreken van wettig bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 september 2022 uitspraak gedaan. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 30 augustus 2022, waarbij de officier van justitie, mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte onder andere de aankoop, het vervoer en de verkoop van aanzienlijke hoeveelheden MDMA en ketamine. De officier van justitie achtte het onder feit 1 tenlastegelegde bewezen op basis van Sky ECC-berichten, maar vroeg vrijspraak voor feit 3, omdat er geen bewijs was dat de handel in ketamine binnen de tenlastegelegde periode had plaatsgevonden.

De verdediging betwistte de bewijsvoering en wees op het ontbreken van wettig bewijs, aangezien de verdenkingen uitsluitend gebaseerd waren op Sky ECC-berichten. De verdediging voerde aan dat het beginsel van 'equality of arms' was geschonden, omdat zij niet de volledige dataset van de berichten had kunnen inzien. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs moest zijn om tot een veroordeling te komen. Aangezien de rechtbank niet beschikte over de volledige dataset van de Sky ECC-berichten, kon zij de inhoud van de berichten niet in de juiste context beoordelen.

De rechtbank concludeerde dat de verdenkingen tegen de verdachte uitsluitend waren gebaseerd op berichten uit één bron, zonder ondersteunend bewijs uit andere bronnen. Hierdoor ontbrak het wettige bewijs voor de tenlastegelegde feiten, en sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Tevens werd de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, en werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-330718-21 (hoofdzaak)
vonnis van de meervoudige kamer van 13 september 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992
wonende te [adres]
raadsman mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 30 augustus 2022, waarbij de officier van justitie, mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1: 40 kilo MDMA heeft gekocht, vervoerd en voorhanden gehad, dan wel dat hij deze aankoop heeft voorbereid;
2: 300.000 xtc-pillen heeft verkocht;
3: 20 kilo ketamine en 125 stuks ketamine heeft afgeleverd en/of uitgevoerd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde heeft begaan. Zij baseert zich daarbij op de Sky ECC-berichten als opgenomen in het procesdossier. Met betrekking tot feit 2 refereert de officier van justitie zich aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie verzocht verdachte vrij te spreken nu uit de Sky ECC-berichten niet is gebleken dat de handel in ketamine heeft plaatsgevonden binnen de tenlastegelegde periode.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het ontbreken van wettig bewijs nu de verdenkingen uitsluitend gebaseerd zijn op Sky ECC-berichten. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat het beginsel van “equality of arms” is geschonden doordat de verdediging niet de mogelijkheid heeft gekregen de gehele dataset in te zien van het account dat aan verdachte is toegeschreven. Gelet op ontbreken van de context zouden de Sky ECC-berichten moeten worden uitgesloten van het bewijs, dan wel zeer terughoudend moeten worden geïnterpreteerd. Tot slot heeft de verdediging het voorwaardelijke verzoek gedaan de eerder afgewezen onderzoekswensen met betrekking tot de verkrijging van de Sky ECC-berichten opnieuw te beoordelen indien de rechtbank de berichten wenst te gebruiken voor het bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Om tot een veroordeling voor de tenlastegelegde feiten te kunnen komen, moet er sprake zijn van wettig en overtuigend bewijs. Van wettig bewijs is sprake als er bewijsmiddelen zijn uit verschillende bronnen of als de bewijsmiddelen uit één bron worden ondersteund door andere feiten en omstandigheden. Uit die bewijsmiddelen moet de rechtbank vervolgens ook de overtuiging krijgen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd.
Evenals de verdediging beschikt de rechtbank niet over de dataset met alle Sky ECC-berichten van het account 546TCH, zijnde het account dat aan verdachte wordt toegeschreven. Hierdoor kan zij de berichten in het procesdossier niet beoordelen in de context van andere berichten die door of aan het account zijn verstuurd. Het samenstellen van het procesdossier is een bevoegdheid van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft er in deze zaak voor gekozen te volstaan met het toevoegen van specifieke delen van de dataset aan het procesdossier. De rechtbank kan hierdoor de verdenkingen tegen verdachte uitsluitend beoordelen aan de hand van deze selectie in het procesdossier.
De rechtbank stelt vast dat de verdenkingen tegen verdachte gebaseerd zijn op de in het procesdossier aanwezige Sky ECC-berichten. Deze berichten komen naar het oordeel van de rechtbank allemaal uit één bron, namelijk de gekraakte berichtendienst Sky ECC. Dat door het Openbaar Ministerie wordt verwezen naar meerdere chatsessies van het account [accountnummer] met verschillende andere gebruikers van Sky ECC maakt dit niet anders. In het procesdossier zijn geen bewijsmiddelen opgenomen die de inhoud van de berichten ondersteunen. Hierdoor is de inhoud van de berichten niet te toetsen. De rechtbank is van oordeel dat hierdoor het wettige bewijs voor de tenlastegelegde feiten ontbreekt. Zij spreekt verdachte daarom vrij van alle tenlastegelegde feiten.
Gelet op voornoemd oordeel komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de herhaalde onderzoekswensen met betrekking tot de verkrijging van de Sky ECC-berichten.

5.De overwegingen omtrent het beslag.

5.1
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het hierna in de beslissing genoemde inbeslaggenomen voorwerp aan verdachte, aangezien het voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag is genomen.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan alle tenlastegelegde feiten;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
1. STK Computer (Omschrijving: _701028, Windows Microsoft);
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Kralingen, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. R.J.H. Goossens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 september 2022.
Mr. Van Kralingen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.