5.2.3Het oordeel van de rechtbank
5.2.3.1 Identificatie EncroChat- en SkyECC-gebruikers
Het dossier bevat veel EncroChat- en SkyECC-berichten die volgens het Openbaar Ministerie door verdachte en zijn medeverdachten zijn verstuurd. De verdediging van verdachte, respectievelijk van [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] heeft aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat zij de gebruikers zijn van de aan hen toegeschreven accounts. Alleen [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de gebruiker is van de aan hem toegeschreven accounts.
De rechtbank zal in deze paragraaf eerst uiteenzetten waarom zij vindt dat verdachte kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van de aan hem toegeschreven accounts. Vervolgens zal worden ingegaan op de identificatie van de medeverdachten als de gebruikers van de aan hen toegeschreven accounts.
Op 23 mei 2020 voert Crowshoe het volgende gesprek met EncroChat-gebruiker ‘ manlysteel ’:
Crowshoe : Beethe stress, neefje iemand neer geschoten met ding van mij
Manlysteel : Rotterdam laatste dagen onrustig
Crowshoe : Zit nu vast en krijgt wel paar jaar nu
In de politiesystemen staat een registratie over een schietpartij die plaatsvond in [plaats 1] op 21 mei 2020. De schutter, [persoon 3] , is door de rechtbank veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Uit de gegevens van de Basisregistratie Personen blijkt dat [persoon 3] de zoon is van [persoon 4] , die maar één broer heeft, namelijk verdachte.
In het onderzoek naar de schietpartij is onder [persoon 3] een Volkswagen Caddy in beslag genomen waarin hagelpatronen zijn aangetroffen. Op 10 juni 2020 voert Crowshoe een gesprek met gebruiker ‘ zorrotwenty ’ waarin hij het volgende stuurt:
Crowshoe : Lagen nog 40 hagel patronen in die caddy
Crowshoe : Hoor ik net
Crowshoe : Die gaat hij er nog bij krijgen als straf
Op 1 april 2020 voert Crowshoe het volgende gesprek met EncroChat-gebruiker ‘ elephantwater ’:
Elephantwater : Have you a sky
Crowshoe : Got sky
Crowshoe : Moment bro
Crowshoe : NV5OL9
Op 9 maart 2020 stuurt SkyECC-account NV5OL9 de volgende berichten:
NV5OL9 : Almost 1 year older again
NV5OL9 : Tomorrow
Verdachte is geboren op [geboortedag] 1966.
Verder blijkt uit gesprekken van NV5OL9 dat hij zichzelf Bril noemt, dat hij af en toe in [plaats 1] verblijft en dat hij een hond heeft, hetgeen overeenkomt met verdachte.
Op 18 augustus 2020 stuurt de gebruiker van het SkyECC-account 6X67NQ de volgende berichten:
6X67NQ : Rij net bij mij het terrein af
6X67NQ : Vol met kit en douane
6X67NQ : Gaan huis voor huis af en boot voor boot
6X67NQ : Op het terrein zelf
6X67NQ : Ga voorlopig niet naar huis
Uit de politiesystemen blijkt dat er op 18 augustus 2020 een integrale controle is gehouden in de jachthaven van [plaats 1] en op het daarbij behorende recreatiepark ‘ [naam park] ’. Uit observaties in maart/april 2021 is gebleken dat verdachte verbleef op ‘Camping [naam park] ’.
Op 23 oktober 2020 stuurt 6X67NQ berichten waarin hij vraagt of iemand naar de [benzinepomp] benzinepomp op de [straat] te [plaats 2] kan komen. Uit bakengegevens en observaties in maart/april 2021 is gebleken dat verdachte meerdere keren op dat adres komt.
Uit meerdere berichten blijkt dat 6X67NQ in [plaats 1] verblijft en een hond heeft, terwijl ook verdachte in [plaats 1] verblijft en een hond heeft.
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. In tegenstelling tot de verdediging, die ter betwisting van de identificatie vraagtekens heeft gesteld bij iedere bevinding afzonderlijk, heeft de rechtbank de redengevende feiten en omstandigheden in zijn geheel en onderlinge samenhang bezien en beoordeeld. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis daarvan buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van de accounts crowshoe , NV5OL9 en 6X67NQ .
Het alternatieve scenario, dat door de verdediging is geschetst, is dat alle aanknopingspunten ook kunnen wijzen naar de broer van verdachte als gebruiker van de accounts. In het licht van de door de verdediging gegeven (summiere) onderbouwing, ziet de rechtbank geen begin van aannemelijkheid van dit alternatieve scenario. Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario wordt daarom terzijde geschoven.
De rechtbank vindt op grond van de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn opgenomen, waaronder de processen-verbaal die tot de identificatie van de verdachten hebben geleid en die nader zijn uitgewerkt in de vonnissen van de betreffende verdachten, dat de volgende accounts werden gebruikt door de respectievelijke verdachten:
Verdachte
EncroChat-account
SkyECC-account(s)
[verdachte]
crowshoe
6X67NQ
NV5OL9
[medeverdachte 2]
mister.healthy
RDDA7P
[medeverdachte 4]
zorrotwenty
[medeverdachte 3]
govertgoudglas
[medeverdachte 5]
zwartezwaan
[medeverdachte 1]
14NA1S
R409U6
Gelet op bovenstaande vaststellingen zal in het vervolg in het vonnis niet het account, maar de naam van de betreffende verdachte worden genoemd.
5.2.3.2 Voldaan aan bewijsminimum
De verdediging stelt zich ten aanzien van meerdere feiten op het standpunt dat niet is voldaan aan het bewijsminimum, omdat de verdenking enkel is gebaseerd op de inhoud van chatberichten die van één berichtendienst afkomstig zijn. De verdediging verwijst ten aanzien van dit verweer naar een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 13 september 2022, waarin die rechtbank heeft geoordeeld dat de verdenkingen tegen de verdachte zijn gebaseerd op slechts één bron, namelijk de SkyECC-berichten. Bij gebrek aan bewijsmiddelen die de inhoud van die berichten ondersteunen, overweegt de rechtbank Zeeland-West-Brabant dat hierdoor het wettig bewijs voor de feiten ontbreekt en spreekt verdachte vrij.
Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant het criterium voor bewijsminimum zoals dat is neergelegd in artikel 344 Sv onjuist heeft getoetst. Artikel 344 lid 1 sub 5 Sv eist immers niet dat het bewijs uit twee bronnen afkomstig moet zijn, maar slechts dat sprake moet zijn van een tweede bewijsmiddel indien een schriftelijk bescheid voor het bewijs wordt gebruikt.
De rechtbank verwerpt dit verweer van de verdediging. In de eerste plaats betrekt de rechtbank hierbij dat verdachte zowel berichten via de berichtendienst SkyECC heeft verstuurd als via de berichtendienst EncroChat. Het verweer van de verdediging gaat daarom in zijn algemeenheid al niet op. Ook is in de onderhavige zaak, zoals blijkt uit de verdere inhoud van dit vonnis, tenminste op belangrijke onderdelen sprake van andere bewijsmiddelen die de inhoud van de berichten ondersteunen. Daarnaast is er niet slechts één chatgesprek met één ander account beschikbaar, maar gesprekken met een aantal verschillende accounts op meerdere data en zijn er afbeeldingen verstuurd die de inhoud van de tekstberichten ondersteunen. Bovendien zijn er groepsgesprekken waarin niet alleen berichten van verdachte te lezen zijn, maar ook die van andere deelnemers aan het gesprek. Dit alles maakt dat er veelal zal zijn voldaan aan het bewijsminimum.
Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de rechtbank voor elk feit afzonderlijk een oordeel zal vellen over het al dan niet aanwezig zijn van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
In de verschillende zaaksdossiers worden termen gebruikt waarvan het de rechtbank ook ambtshalve bekend is wat daar – in Opiumwetzaken – mee wordt bedoeld. Hieronder volgt een opsomming van die termen en hun betekenis:
- pap: (papier)geld;
- bricks/blokken: blokken cocaïne;
- tops: blokken cocaïne;
- boli: Boliviaanse cocaïne;
- colo: Colombiaanse cocaïne;
- token: betalingsbewijs/bewijs van afgifte, vaak in de vorm van een bankbiljet met daarop een uniek serienummer;
- stash (auto): geheime opslagplaats (in een auto), geheime voorraad;
- k/K: verkorte weergave van bedrag, 1K = € 1.000,-;
- st: afkoring voor stuk(s);
- tp
- BL: afkorting voor bill of lading: betreft lading document van de verscheper.
Verder is de rechtbank er ook ambtshalve mee bekend dat cocaïne doorgaans wit van kleur is en wordt verpakt in blokken van ongeveer één kilogram.De gangbare prijs voor één kilo cocaïne bedraagt rond de € 25.000 á € 28.000,-.
Vrijspraak feit 8, primair en subsidiair (zaaksdossier 10)
Met het Openbaar Ministerie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 8 primair en subsidiair ten laste gelegde feit niet is bewezen en dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Er wordt weliswaar door verdachte en [medeverdachte 5] gesproken over de beschikbaarheid van cocaïne, welke hoeveelheden en welke prijs, maar onvoldoende duidelijk is tegen welke achtergrond deze vragen en inlichtingen zijn gesteld en gegeven, en daarmee hoe dit gesprek juridisch moet worden geduid.
Vrijspraak feit 9 (zaaksdossier 10)
Weliswaar volgt uit het gesprek van 2 april 2020 tussen verdachte en [medeverdachte 5] dat zij op enig moment de beschikking hebben gehad over € 215.000,-, maar niet kan worden vastgesteld wanneer dat was en of zij hierover beschikten binnen de ten laste gelegde periode. [medeverdachte 5] benoemt immers in het gesprek op 2 april 2020 dat het bedrag allang geen
€ 215.000,- meer is, wat wordt bevestigd door verdachte. Over welk bedrag zij op dat moment wel beschikten, kan de rechtbank op grond van het dossier niet vaststellen. Het ten laste gelegde witwassen van € 215.000,- kan daarom niet worden bewezen. Hetzelfde geldt voor een bewezenverklaring van “een geldbedrag”, omdat de rechtbank vindt dat het dossier ook op dit punt te weinig bewijs biedt. Verdachte wordt daarom vrijgesproken.
Uit de inhoud van het dossier blijken de volgende feiten en omstandigheden.
Op 15 september 2020 voeren verdachte, [medeverdachte 1] , 301226 en 7MIOBC een gesprek waarin onder meer de volgende berichten worden gestuurd:
7MIOBC : Vroegen me ook Hoelang moet usb in blijven steken
[medeverdachte 1] : 1 min
7MIOBC : Als je juiste anti virus hebt Hoelang duurt het voor de usb ready is
[medeverdachte 1] : 1 dag
7MIOBC : En daarna kan je op die pc die we hebben geïnfecteerd of meerdere pc’s
[medeverdachte 1] : ik moet daar starten en dan ga ik netwerk in kaart brengen. Dan moet ik de main server vinden daar alle wachtwoorden pakken van admin. die wachtwoorden zijn gehashed die moet ik ff met amazon cloud decrypten. kan max een week duren
(…)
7MIOBC : oke wat is de volgende stap
[medeverdachte 1] : dan kunnen ze stick ophalen bij me
[medeverdachte 1] : oke ik ga hem morgen maken is overmorgen klaar ga ff die windows op me systeem zetten en test het zodat werkt.
(…)
[medeverdachte 1] : zodra ik admin password heb dan geef ik mezelf systeem rechten en dan wis ik logs.
[medeverdachte 1] : zolang ik niks get doet zien ze niks
[medeverdachte 1] : geks
[medeverdachte 1] : maak je niet druk doe dit al heel wat jaar
Op 16 september 2020 gaat het gesprek verder en wordt besproken wanneer [medeverdachte 1] de usb-stick klaar heeft. 7MIOBC wil weten of ze de usb-stick al kunnen krijgen voor de ‘shift’ van morgen. Verdachte geeft aan dat hij wel erg snel gaat en dat hij zeker weet dat [medeverdachte 1] dat niet haalt. [medeverdachte 1] laat weten dat hij het morgenavond klaar heeft.
Op 17 september 2020 wordt de uitwisseling van de usb-stick besproken. [medeverdachte 1] laat weten dat hij de usb-stick bijna klaar heeft en dat hij die naar
fiestabrengt. Vervolgens blijkt uit het gesprek dat verdachte de usb-stick heeft en dat hij de stick uitwisselt met iemand, waarna 7MIOBC laat weten dat hij het heeft ontvangen en vraagt hoe laat het er in moet worden gestoken:
7MIOBC : Hoelaat insteken?
Verdachte: PUK vragen ze aan jou
7MIOBC : En ook uitleg van het aan te doen…
Verdachte: Had al uitgelegd puk maar beter schrijf je ff hier in hoe en wat
[medeverdachte 1] : hey gewoon het programma activeren die op stick staat. erop dubbelclicken 15 sec wachten dan kan je weer eruit halen.
[medeverdachte 1] : Tijd maakt niet uit zeg maar hoelaat
Op 18 september 2020 gaat het gesprek verder. [medeverdachte 1] vraagt wanneer hij het gaat doen. Verdachte zegt dat ‘hij’ even moet reageren, zodat verdachte weet hoe laat PUK achter zijn laptop moet gaan zitten. Vervolgens blijkt uit het gesprek dat de usb-stick in de computer wordt gestoken:
[medeverdachte 1] : Ja heb hem
[medeverdachte 1] : (afbeelding) (rechtbank: van een computerscherm waarop onder meer de tekst “ [usernaam] ” te zien is)
(…)
7MIOBC : mag usb er uit
[medeverdachte 1] : ja
[medeverdachte 1] : (afbeelding) (rechtbank: van een computerscherm met daarop verschillende map- en schijfnamen)
[medeverdachte 1] : kijk nu naar ze scherm
[medeverdachte 1] : oke ik ga aan de slag. top
(…)
7MIOBC : (afbeelding) (rechtbank: foto van een computer met daarin een usb- stick)
Later in het gesprek informeert 7MIOBC hoe het gaat. [medeverdachte 1] antwoordt:
[medeverdachte 1] : hey. ben nu net pas door de intrusion detection systeem heen. was een pain in the ass. hoelang blijf hij nog online? heb zeker nog 2 uur nodig.
[medeverdachte 1] : moet nu ff ssh starten om door firewall heen te komen en dan kan ik pas netwerk in kaart brengen
(…)
7MIOBC : Computer blijft aan
7MIOBC : moet die ook ingelogd blijven ?
[medeverdachte 1] : ja liefst wel nog even als dat moeilijk word of opvalt dan moeten we volgende keer verder
(…)
[medeverdachte 1] : me hack connection die word elkekeer beeindigd. moet eerst zorgen dat dat goed loop voordat ik netwerk in kaart kan brengen en dan moet ik de domain controller vinden
[medeverdachte 1] : die moeilijkste ben ik al voorbij die intrusion systeem wist niet dat dat er ook op zat
AXMD7O : Kunnen ze ooit achterhalen wie die usb erin heb gestoken?
[medeverdachte 1] : ja kom goed. nee ik wis de logs vandaag. ik hou dat bij zodra ik admin ben haal ik ze weg.
Er worden meerdere vragen aan [medeverdachte 1] gesteld, waarna hij zegt dat hij zo te veel word opgehouden. Verdachte stuurt vervolgens: “
Laat hem ff ze gang gaan aub hij meld zich vanzelf.
Op 21 september 2020 stuurt [medeverdachte 1]:
[medeverdachte 1] : hey boys. we gaan volgend weekend verder. hebben admin account van local server. de domain controller heb een ander admin ww. die hebben we nodig om in alle servers te komen…
Verdachte: Ok duidelijk
Verdachte: Wel meters gemaakt haha.
En op 23 september 2020 antwoordt verdachte als volgt op de opmerking van 7MIOBC “
PUK kunne we deze badges manipuleren? Om toegang te krijgen.”:
Verdachte: Hij moet weten welke chip er in zit
Verdachte: Heeft hij je laatst gezegd begrijp ik maat
Verdachte: Ben nu met hem
Verdachte: Sommige chips zijn te kraken en sommige niet.
Op 25 september 2020 vraagt AXMD7O of ze vandaag verder gaan werken. Verdachte stuurt dan:
Verdachte: PUK zegt wilde er net aan beginnen
Verdachte: Alleen ze hebben systeem Uit gezet
Verdachte: Kan je aan jou man vragen waarom dat is?
Op 26 september 2020 laat [medeverdachte 1] weten dat hij weer aan de slag gaat en wat de vorderingen zijn:
[medeverdachte 1] : (afbeelding) (rechtbank: afbeelding van een computerscherm met tekst die gaat over ‘badge’ en ‘alfa pass’)
[medeverdachte 1] : denk dat we straks zelf een pas kunnen aanmaken
[medeverdachte 1] : zit in passensysteem
[medeverdachte 1] : zie ook alle fotos van werknemers
(…)
[medeverdachte 1] : dit zijn de admins. Moment
[medeverdachte 1] : (afbeelding) (rechtbank: afbeelding van een computerscherm waarop een lijstje met 10 ‘adminusers’ te zien is)
(…)
[medeverdachte 1] : 1 van die onderste 4 moeten we hebben
[medeverdachte 1] : die hebben alle 4 domain dc rechten
7MIOBC : Eens we die ww hebben wat kunne we dan
[medeverdachte 1] : totale controle
[medeverdachte 1] : passen aanmaken gate besturen alles kunnen we dan
(…)
[medeverdachte 1] : zien waar welke bak staat
[medeverdachte 1] : heb al veel data. fotos van alle werknemer plattegrond van terminal
[medeverdachte 1] : waar alle cameras zich bevinden video beelden kan ik ook zien
[medeverdachte 1] : passensysteem kan ik zien maar om een duplicaat te maken heb ik die admin ww nodig.
Op 27 september 2020 stuurt [medeverdachte 1] dat hij de dc admin hash heeft.
Naar aanleiding van een EOB aan België werd het Belgische dossier met daarin de onderzoeksbevindingen van het onderzoek van de Federale gerechtelijke politie Antwerpen naar het binnendringen van de servers van [benadeelde partij] verkregen. In dit dossier zit een verhoor van [persoon 6] die, kort samengevat, heeft verklaard dat zij werkzaam was als loketbediende op de [benadeelde partij] terminal. Ze werd benaderd door iemand om een usb-stick te plaatsen in de computer op haar toenmalige werkplek. Zij kreeg een SKY-telefoon om te communiceren. Ze kreeg voor het plaatsen van de usb-stick een vergoeding van € 10.000,-.
Het bedrijf [onderzoeksbedrijf] heeft onderzoek verricht naar de hack die heeft plaatsgevonden en heeft hierover gerapporteerd. In dit rapport wordt – onder meer – als volgt geconcludeerd:
“1. Heeft een threat actor toegang verkregen tot systeem AV150081C ?
Op 18 september 2020 om 15:20:41 is een Sandisk Ultra USB stick aangesloten op systeem AV150081C . Vervolgens is om 15:27:36 een geplande taak geïnstalleerd op het systeem dat een malafide bestand heeft uitgevoerd. Volgend op de installatie van deze malware hebben verschillende andere malafide activiteiten op het systeem plaatsgevonden. [onderzoeksbedrijf] is dan ook overtuigd dat een threat actor (kwaadwillende dader) op 18 september 2020 om 15:20:41 toegang heeft verkregen tot systeem AV150081C .
2. Welke acties heeft de threat actor ondernomen op systeem AV150081C ?
Op 18 september 2020 is een mogelijke backdoor [achterdeur] geïnstalleerd op systeem AV150081C . Tussen 19 en 27 september 2020 hebben de aanvallers verschillende privilege escalation tools ingezet in een poging om meer controle te krijgen over een administrative account in de [benadeelde partij] omgeving. De talrijke pogingen van de aanvallers, met verschillende exploitation tools, geven aan dat zij er waarschijnlijk niet in zijn geslaagd hun rechten uit te breiden. Er is verder geen enkel bewijs dat de aanvallers een account met administratieve privileges hebben kunnen overnemen. (…) Er is bovendien bewijs dat de backdoor die op 18 september 2020 was geïnstalleerd, nog actief was tot ten minste 24 april 2021. (…)
Tussen 21 september 2020 en 19 oktober 2020 heeft de threat actor zich een groot aantal keer toegang verschaft tot de Solvo container beheersapplicatie op AV150081C .”
De rechtbank stelt op grond van bovenstaande bevindingen vast dat [medeverdachte 1] , via een medewerkster van [benadeelde partij] , [persoon 6] , heeft ingelogd op een geautomatiseerd werk, zijnde een computer van [benadeelde partij] , en een usb-stick in die computer heeft doen plaatsen. Op die usb-stick stond malware, die vervolgens is geïnstalleerd op de computer van [benadeelde partij] . Daarmee werd een backdoor geïnstalleerd waarmee [medeverdachte 1] zichzelf op afstand toegang verschafte tot het geautomatiseerde werk van [benadeelde partij] . Dit geautomatiseerde werk was beveiligd tegen onbevoegde toegang. Immers alleen medewerkers met de benodigde inloggegevens konden legitiem toegang krijgen tot het geautomatiseerde werk. [medeverdachte 1] heeft zich aldus toegang verschaft tot het geautomatiseerd werk. [medeverdachte 1] heeft hierdoor telkens inzage gekregen in gegevens van [benadeelde partij] die anders niet voor hem zichtbaar zouden zijn geweest. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] wederrechtelijk is binnengedrongen in het geautomatiseerd werk van [benadeelde partij] . Het verweer van de verdediging dat niet zou zijn binnengedrongen wordt hiermee verworpen.
Ook kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat [medeverdachte 1] vervolgens gegevens uit het computersysteem van [benadeelde partij] heeft opgeslagen en overgedragen. Hij heeft immers meerdere afbeeldingen gemaakt van die gegevens en die in het SkyECC-groepsgesprek gedeeld met anderen.
Ook kan worden bewezen dat [medeverdachte 1] een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt om die computervredebreuk mee te begaan, heeft vervaardigd en ter beschikking heeft gesteld. Uit de inhoud van de gesprekken volgt namelijk dat [medeverdachte 1] de benodigde malware heeft geïnstalleerd op de usb-stick. Die usb-stick heeft hij vervolgens afgegeven aan verdachte, die het vervolgens (via een ander) heeft overgedragen aan 7MIOBC , waarna die usb-stick op 18 september 2020 door [persoon 6] in de computer is gestopt.
De verdediging heeft bepleit dat de gedragingen van verdachte niet zijn te kwalificeren als medeplegen. Uit de inhoud van de berichten leidt de rechtbank af dat verdachte niet alleen bij de levering van de usb-stick was betrokken en wist waar deze voor bedoeld was, maar ook gedurende het gehele proces op de hoogte was van wat [medeverdachte 1] deed. Uit de gesprekken valt op te maken dat hij daarbij een sturende en coördinerende rol had als het gaat om de voortgang. Zo zegt hij tegen anderen dat ze [medeverdachte 1] met rust moeten laten zodat [medeverdachte 1] goed kan werken. Ook blijkt dat hij heeft uitgelegd wat er met de usb-stick moest gebeuren en vraagt hij [medeverdachte 1] om dat nogmaals in het gesprek uit te leggen. De rechtbank is daarom van oordeel dat sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] en de andere deelnemers van het gesprek. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 tenlastegelegde.
Uit het dossier volgt dat verdachte meerdere gesprekken heeft gevoerd met EncroChat-gebruikers die gaan over (de handel in) vuurwapens, en waarvan foto’s worden gestuurd en prijzen worden genoemd.
Zo stuurt EncroChat-gebruiker ‘ merrickfighter ’op 6 april 2020“
me maat heb mp5” en later “
7 magazijnen, demper die niet stuk gaat die 2000 kost in de winkel (…)”, waarop verdachte vraagt wat de prijs ervan is en laat weten dat hij die ‘2/3’ maanden geleden al aangeboden heeft gekregen. Verdachte vraagt vervolgens om een foto te sturen zodat hij kan kijken of het dezelfde is. Merrickfighter stuurt vervolgens foto’s door waarop vuurwapens, magazijnen en patronen te zien zijn, waarop verdachte bevestigt dat hij die gezien had. Verdachte stuurt vervolgens op 6 april 2020 de foto’s en de prijs, € 10.000,-, door naar EncroChat-gebruiker ‘bitsandpieces’.
Op 7 april 2020 hebben verdachte en Merrickfighter het volgende gesprek:
Merrickfighter : 10k voor hele zooitje
Merrickfighter : (afbeelding) (rechtbank: afbeelding van o.a. vuurwapens)
Verdachte: Je zei het
Verdachte: Tec 9wat is dat waard voor jou?
(…)
Verdachte: Krijg binnenkort 1
Verdachte: 4k betalen ik
(…)
Merrickfighter : Is netjes volges mij tog
(…)
Verdachte: Ja, wil hdm niet zrlf houden
Verdachte: Alleen als kan verkopen
Verdachte: Heb nu wel genoeg liggfn
Merrickfighter : Ok ken wel wat liefhebbers
Verdachte: Alleen patronen voor ak en glock19 nodig nog
De rechtbank concludeert op grond van dit gesprek dat verdachte een vuurwapen en een demper aangeboden krijgt en dat hij een vuurwapen wil doorverkopen. Ook bevestigt dit gesprek dat verdachte op 7 april 2020 vuurwapens voorhanden heeft. Hij zegt immers dat hij op dat moment genoeg heeft liggen. Verdachte geeft ook in dit gesprek aan dat hij op zoek is naar patronen.
Gelijksoortige gesprekken voert verdachte op 12 april 2020, 28 april 2020, 8 juni 2020en 13 juni 2020met Merrickfighter en Indigofighter . Zo blijkt uit deze gesprekken onder meer dat verdachte nog in afwachting is van de beschikbaarheid van patronen.
In het gesprek van 8 juni 2020stuurt Indigofighter een foto naar verdachte waarop meerdere vuurwapens te zien zijn. Verdachte stuurt hierop:
Verdachte: Vraag voor loop glock 19 /en slagpen
(…)
Verdachte: Wat vragen ze voor die buis maat?
De rechtbank begrijpt dat met ‘buis’ het antitankwapen wordt gedoeld dat op de foto te zien is. Vervolgens stuurt Indigofighter twee foto’s van handgranaten, waarop verdachte vraagt naar de prijs. Indigofighter stuurt in hetzelfde gesprek ook een foto van een vuurwapen (gelijkend op een AK-47) waarop verdachte antwoordt: ‘
die laatste foto die heb ik, zelfde’. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte het wapen op de foto voorhanden had.
Voor zover het verweer van de verdediging inhoudt dat sprake is van grootspraak en of dat niet vastgesteld kan worden dat sprake is van handel in echte wapens, vindt de rechtbank in het gesprek van 23 mei 2020tussen verdachte en ‘ Manlysteel ’ ondersteuning voor de vaststelling dat het in de hiervoor genoemde gesprekken geen grootspraak betreft en wel degelijk om de handel in echte wapens gaat. In dat gesprek stuurt verdachte het volgende bericht ‘
beethe stress, neefje iemand neer geschoten met ding van mij’. Zoals hiervoor in paragraaf 5.2.3.1 uiteen is gezet is het neefje van verdachte veroordeeld voor een poging tot doodslag op 21 mei 2020, omdat hij heeft geschoten met een vuurwapen.In ditzelfde gesprek zegt verdachte vervolgens ‘
heb al me dingen maar veilig gelegd voor de zekerheid’. De rechtbank overweegt dat dit gesprek niet voor andere uitleg vatbaar is dan dat het over (vuur)wapens gaat.
Overigens blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat het wapen dat door [persoon 3] is gebruikt binnen de tenlastegelegde periode door verdachte aan [persoon 3] is overgedragen noch dat andere wapens daadwerkelijk zijn overgedragen.
Gelet op de aard en de inhoud van bovengenoemde gesprekken concludeert de rechtbank dat verdachte, op zijn minst genomen als tussenpersoon, heeft onderhandeld over transacties voor de aankoop, verkoop of levering van wapens, een demper, handgranaten, munitie en magazijnen. Verdachte beschikt niet over een erkenning om wapens te verhandelen. De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde verhandelen van wapens en munitie.
Ook het ten laste gelegde medeplegen acht de rechtbank bewezen, omdat uit de gesprekken blijkt dat verdachte heeft samengewerkt met Merrickfighter / Indigofighter , waarbij zij elkaar meermalen over en weer wapens aanbieden ten behoeve van de handel daarvan.
De onderschepte berichten beslaan een relatief korte periode, van 1 april tot 14 juni 2020. Binnen deze periode wordt een aanzienlijk aantal gesprekken gevoerd dat ziet op wapenhandel. De inhoud van de gesprekken wijst op ervaring in de wapenhandel. Gelet op de hoeveelheid en de inhoud van de gesprekken over het verhandelen van wapens, de hoeveelheid wapens en juist deze relatief korte periode waarin op zo regelmatige basis gesprekken zijn gevoerd, is de rechtbank van oordeel dat ook kan worden bewezen dat verdachte van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank overweegt dat op grond van de boven weergegeven berichten kan worden vastgesteld dat verdachte wapens voorhanden heeft gehad, maar in het licht van de aanhef van de tenlastelegging (waarin de artikelen 9 en 31 van de Wet wapens en munitie worden genoemd) acht de rechtbank dit voorhanden hebben van de wapens niet bewezen.
Op 9 juni 2020 voert verdachte meerdere gesprekken; een gesprek via EncroChat met [medeverdachte 4] , een gesprek met SkyECC-gebruiker 301226 en een SkyECC-groepsgesprek met SkyECC-gebruikers 301226 en 2TNQUA . Deze gesprekken lijken op elkaar aan te sluiten in tijd en inhoud en over hetzelfde onderwerp te gaan. De rechtbank zal hieronder de gesprekken uiteenzetten die de rechtbank redengevend acht voor een bewezenverklaring.
Verdachte stuurt naar [medeverdachte 4] een afbeelding, naar het lijkt een screenshot van een bericht op een telefoon, waarop het volgende bericht is te lezen ‘
Bro can he take the bricks to Eindhoven this morning’.[medeverdachte 4] reageert hierop door te vragen wat er moet gebeuren, waarop verdachte antwoordt: ‘
Hoe vroeg me vanmorgen vroeg of 14 kon ophalen in eindhoven zag het net pas’ en ‘
ik word net pas wakker’. Tegelijkertijd voert verdachte een gesprek met SkyECC-gebruiker 301226 waarin verdachte stuurt: ‘
When have to pick up bricks now bro?’ en ‘
Did wake up to late to give him heads up to pick them up this morning’.
Verdachte stuurt vervolgens een afbeelding van een bericht naar [medeverdachte 4] , waarin een adres in Weert wordt genoemd. Verdachte en [medeverdachte 4] bespreken vervolgens met welke auto [medeverdachte 4] zal gaan, waarbij verdachte zegt dat het wel een
stash automoet zijn.Verdachte zegt tegen [medeverdachte 4] dat hij 14 stuks moet brengen. Tegen 301226 zegt verdachte dat het gewicht van ‘dat’ exact 1 kilo is.
[medeverdachte 4] vraagt vervolgens aan verdachte of hij nog een code moet hebben, waarop verdachte antwoordt dat hij hun om een token gaat vragen. [medeverdachte 4] zegt tegen verdachte ‘
ben met die rode’. Vervolgens vraagt verdachte in het groepsgesprek om een token en hij zegt ‘
he in a car ambulance a red one, mercedes sprinter’. [medeverdachte 4] is blijkens het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) eigenaar van een rode oprijwagen van het merk en type Mercedes Sprinter. In datzelfde groepsgesprek stuurt 2NTQUA een ander adres in Weert, waarop verdachte dit adres doorstuurt naar [medeverdachte 4] .
In het groepsgesprek stuurt verdachte ‘
my guy who brings the 14 you need te pass him password: [password]’ en naar [medeverdachte 4] stuurt hij hetzelfde wachtwoord en een foto van een serienummer van een bankbiljet, een token.Vervolgens blijkt uit de gesprekken dat [medeverdachte 4] staat te wachten in een mooie woonwijk, waarop verdachte in het groepsgesprek een bericht stuurt dat zijn vriend staat te wachten in een mooie buurt, wat geen normale plek is voor een autoambulance. Kort daarna blijkt uit de gesprekken dat het gelukt is, dat [medeverdachte 4] de token heeft en in het groepsgesprek bedankt men elkaar.
Hoewel in de gesprekken niet wordt gesproken over cocaïne, wordt in de gesprekken wel gesproken over bricks die één kilo wegen, die moeten worden vervoerd met een stash auto en waarbij bij het afleveren gebruik wordt gemaakt van een wachtwoord en een token. Gelet op het feit dat de rechtbank er ambtshalve mee bekend is dat met deze termen in Opiumwetzaken vaak wordt gedoeld op blokken cocaïne, geheime opslagplaats (in een auto) en een betalingsbewijs/bewijs van afgifte, alsmede bezien in het licht van de grote hoeveelheden drugs, veelal cocaïne, die bij [medeverdachte 4] bij de doorzoeking van zijn panden zijn aangetroffen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat het hier ook gaat over cocaïne. De rechtbank vindt de inhoud van de hiervoor genoemde gesprekken redengevend voor het bewijs, terwijl verdachte geen verklaring heeft gegeven die de redengevendheid van deze bevindingen wegneemt. De rechtbank vindt daarom bewezen dat verdachte aan [medeverdachte 4] de opdracht heeft gegeven om 14 kilo cocaïne te vervoeren en in Weert af te leveren en dat [medeverdachte 4] dit ook heeft gedaan.
Het ten laste gelegde medeplegen vindt de rechtbank eveneens bewezen, omdat de gesprekken blijk geven van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de bovengenoemde gebruikers van de SkyECC accounts en die tussen verdachte en [medeverdachte 4] . Verdachte geeft een opdracht aan [medeverdachte 4] tot het vervoeren van de drugs en [medeverdachte 4] heeft uiteindelijk de drugs vervoerd. Hierover houden zij gedurende dit proces nauw contact waarbij zij de benodigde informatie aan elkaar terugkoppelen. Verdachte heeft tegelijkertijd contact over het transport in het groepsgesprek en zorgt ervoor dat [medeverdachte 4] het wachtwoord en de benodigde gegevens van het token krijgt.
Op 18 mei 2020 stuurt verdachte de volgende berichten naar [medeverdachte 2]:
Verdachte: Hey, vraag is of ze 100 colo hebben
Verdachte: Uk maat vraagt er om
Vrijwel direct hierna vraagt [medeverdachte 2] aan de niet geïdentificeerde EncroChat-gebruiker ‘ toastbay ’ of er eventueel 100 colo’s zijn, wat door Toastbay wordt bevestigd. [medeverdachte 2] vraagt naar de prijs, waarop Toastbay antwoordt ‘26,5’. Toastbay stuurt vervolgens twee foto’s van een wit blok, één met opdruk ‘Fendi’ en één met opdruk ‘V’ of ‘M’.[medeverdachte 2] stuurt vervolgens dezelfde foto’s naar verdachte en geeft de prijs door. Verdachte antwoordt door te zeggen:
Verdachte: Ok zeg ik wel 27 en dan maar hopen
Verdachte: Heb doorgestuurd, ff afwachten dn maar
In die gesprekken wordt niet het woord cocaïne gebruikt, maar wordt gesproken over “100 colo’s”. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat met “colo” vaak wordt gedoeld op (Colombiaanse) cocaïne. Dat het ook in de genoemde gesprekken over cocaïne gaat wordt ondersteund door de foto’s die worden gestuurd van de al genoemde witte blokken. De rechtbank vindt de inhoud van deze gesprekken dan ook redengevend voor het bewijs, terwijl verdachte geen verklaring heeft gegeven die die redengevendheid ontzenuwt. De rechtbank acht daarom op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte en [medeverdachte 2] samen voorbereidingshandelingen troffen voor de (door)verkoop van 100 kilo cocaïne, door – kort gezegd – het informeren naar colo en de verkregen informatie ook zelf weer te verstrekken. Voor zover de verdediging heeft bepleit dat het tijdsbestek waarbinnen deze berichten zijn verstuurd in de weg staat aan een bewezenverklaring, volgt de rechtbank dit verweer in het licht van de gegeven onderbouwing niet.
Op 26 mei 2020stuurt [medeverdachte 2] naar verdachte ‘
zoek 1 mooie boli voor me zelf’, waarop verdachte antwoordt dat hij het gaat vragen voor hem. Verdachte koppelt vervolgens niets terug over het wel of niet beschikbaar zijn van de boli of wat de prijs ervan zou zijn. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat met boli vaak wordt gedoeld op (Boliviaanse) cocaïne. Alleen deze twee berichten vindt de rechtbank onvoldoende om aan te merken als voorbereidingshandelingen voor de (ver)koop van 1 kilo cocaïne, zodat verdachte hiervan wordt vrijgesproken.
Uit de inhoud van het dossier blijken de volgende feiten en omstandigheden.
Onderschepping cocaïne op 2 september 2020
Op 2 september 2020 is in de haven van Rotterdam motorschip [naam schip] gecontroleerd door de Douane. Op het achterdek van het motorschip, ter hoogte van bay 72, is een container met nummer [nummer 1] en met zegelnummer [nummer 2] gecontroleerd, omdat het zegelnummer van deze container [nummer 3] had moeten zijn. In de container zijn in totaal acht tassen gevonden tussen een lading wijn; drie tassen op de lading, vier tassen achter de linker deur en één tas tussen de pallets.In de tassen zaten in totaal 210 pakketten met een totaal nettogewicht van 213,58 kilo.De pakketten zijn indicatief getest dan wel bemonsterd en getest in het Douane laboratorium. Hierbij werd vastgesteld dat het geteste materiaal cocaïne bevat.
De aan deze onderschepping te koppelen SkyECC gesprekken
Op 28 augustus 2020 wordt in groepsgesprek ( 3484DG:134 ) met meerdere (ongeïdentificeerde) gebruikers een gesprek gevoerd waaruit blijkt dat er op 1 september 2020 een container met daarin 210 stuks zal aankomen in Rotterdam. Onder meer de volgende berichten worden verzonden:
3484DG : [naam 4] : [naam schip] : [nummer 4] :
[nummer 1]
3484DG : Dis job. [naam 2] .210. Pises(…)
3484DG (audiofile): Bro this is [naam schip] , [naam schip] is he boat.
(…)
GMHH5T : Bro this is bags behind door?
3484DG (audiofile): Rotterdam (…) like ehhh left in the.. left in the third pallet, left on third pallet canna be.
GMHH5T : Brother is box (container) come 01.09
GMHH5T : Bro the stuff is in the pallet or behind. You have picture off how your people put the stuff?
GMHH5T : Brother when we take the 210 out of the box we will miss normal product?
Vervolgens vraagt GMHHT5 rechtstreeks aan [medeverdachte 2] :
GMHH5T : Heb misschien over paar dagen tp nodig, bak ophalen. Kan dat? Rdam. Met loods, want moeten wel loods met dok station hebben en pompwagen of heftruck. Vraag even snel voor tp bak ophalen.
Vervolgens wordt op 29 augustus 2020 in groepschat GMHH5T :167 tussen GMHH5T en XHDX8G besproken dat er een portbase moet worden geregeld. Verder bespreken zij de kosten en de opbrengst bij een geslaagd transport.Daarna worden afbeeldingen verzonden van de bill of lading waaruit blijkt dat de container bestemd is voor het bedrijf [transportbedrijf] en dat de container gevuld is met flessen wijn.
Op 29 augustus 2020 vraagt GMHH5T rechtstreeks aan [medeverdachte 2] of de transporteur al geregeld is.
Tegelijkertijd hebben verdachte en [medeverdachte 2] rechtstreeks contact:
Verdachte: Die foto van die bl was erg onduidelijk.
Op 30 augustus 2020 maakt verdachte groepsgesprek 6X67NQ :2 aan met daarin hijzelf, [medeverdachte 2] en 9LPBSP , die in de berichten ook wel Motormuis wordt genoemd. In dat gesprek zegt verdachte dat ‘ kale ’ nu het handgeld gaat halen en dat dan de transporteur geregeld kan worden. [medeverdachte 2] vraagt aan 9LPBSP hoe hij contact houdt met de chauffeur als het aan de gang is. [medeverdachte 2] stuurt daarbij ook: “
Ik pak half 3 pap aan.”Hierop antwoordt 9LPBSP dat hij rechtstreeks contact heeft met de transporteur. Vervolgens vraagt [medeverdachte 2] waar hij met de pap heen moet en spreken [medeverdachte 2] en 9LPBSP af op een plek achter een tankstation.
Dezelfde dag stuurt GMHH5T aan [medeverdachte 2] het bericht dat hij het handgeld kan ophalen: ‘
15 uur binnenhof voor die 50 k’.
In groepsgesprek GMHH5T :167 bericht GMHH5T aan XHDX8G dat ze nu de transporteur het handgeld gaan geven en dat alleen die portbase nog geregeld moet worden.
In een gesprek met J5D05D bericht GMHH5T:
GMHH5T : Joo
GMHH5T : die man stat er
GMHH5T : geef hem die 50k
GMHH5T : die kale witte man met vw bus
Vervolgens wordt GMHH5T toegevoegd aan het groepsgesprek 6X67NQ :2, waarin GMHH5T aangeeft dat hem was toegezegd dat zij ook de mailing zouden regelen. Verdachte stuurt vervolgens rechtstreeks aan [medeverdachte 2] dat hij niet moet stressen en dat ‘ Lange ’ de e-mail moet doen.
Vervolgens wordt groepsgesprek 6X67NQ :3 gestart met verdachte, [medeverdachte 2] , 9LPBSP , GMHH5T en [medeverdachte 1] , waarin de inhoud van de e-mails wordt besproken die [medeverdachte 1] moet opstellen:
[medeverdachte 1] : Van welk bedrijf moeten de mail verstuurd worden?
(…)
GMHH5T : [transportbedrijf]
[adres 2]
GMHH5T : Dat is de ontvanger
(…)
GMHH5T : (afbeelding) staat op de BL
Op 31 augustus 2020 wordt in dit groepsgesprek besproken dat [medeverdachte 1] bezig is met de e-mail en dat de bak pas op 3 september 2020 opgehaald kan worden. [medeverdachte 1] vraagt of de bak ‘scanvrij’ is. [medeverdachte 1] stuurt vervolgens:
[medeverdachte 1] : Als tie naar scan gaat had je dat al gezien wacht ik start ff op die boot heb ik ook.
(…)
[medeverdachte 1] : (afbeelding) ze zijn nu bezig om ze erin te zetten zie ik staan er pas 2 in en die staan nie voor scan anders kon ik je laten zien. Kan je 2 dagen van tevoren zien.
In een ander groepsgesprek ( 6X67QN:4 ) bespreken [medeverdachte 1] en 9LPBSP de inhoud van de fictieve mails en legt [medeverdachte 1] uit hoe portbase werkt.
Op 1 september 2020 wordt in groepsgesprek 6X67NQ :3 het volgende gestuurd:
GMHH5T : Boot komt volgens planning aan (…)
(…)
GMHH5T : (afbeelding met daarop onder meer een containernummer, zegelnummer en omschrijving van de container en inhoud)Heren hierbij de info voor de tp. (…)
(…)
[medeverdachte 1] : ik maak een mooie tp order van deze gegevens
GMHH5T : Loods is in [plaats 3] . Dan weet je dat alvast. Wipi ben je zo in [plaats 3] , dan geef ik je adres zo
[medeverdachte 2] : Ken ik om 17.15 u al zijn bij wijze van spreken
GMHH5T : Heren Wipi heeft adres afgegeven. Als tp gaat rijden van haven moeten jullie even melden en foto van zegel maken.
Later stuurt [medeverdachte 1] in het gesprek 6X67NQ :4 een afbeelding van een transportorder die
betrekking heeft op containernummer [nummer 5] en reageert 9LPBSP met “
Top man
netjes”.
Uit de berichten blijkt dat de boot is vertraagd.
In het gesprek 6X67NQ :3 stuurt verdachte:
Verdachte: Ja ik heb nog app met lange en Motormuis
Verdachte: Waar we contact op hebben.daar eerst besproken en toen Lange foto gegeven
Verdachte: Hoop het ook niet dat voor 7 u is
Verdachte: Heb morgen vroeg ook een tp
Verdachte: Wel weer alles tegelijk
Verdachte: Maar maakt niet uit , Lange en Motormuis weten wat ze doen
Op 2 september 2020 stuurt GMHH5T in het groepsgesprek 6X67NQ :3: “
Heren bak word pas laat gelost. Daarom aub 24/7 online. Hij staat op dek 72 en ze gaan straks aan beginnen.”
Op 3 september 2020 wordt in het groepsgesprek 6X67NQ :3 met verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , GMHH5T en 9LPBSP besproken dat de lading is ontdekt. In dat gesprek sturen zij afbeeldingen van nieuwssites waarin geschreven wordt over de vondst van 210 kilo cocaïne tussen een lading met flessen wijn. Besproken wordt dat de transporteur niet meer hoeft te gaan.
Ook verdachte en [medeverdachte 2] bespreken met elkaar onderschepte transport:
Verdachte: Maar wel vreemd als zelfde lading en zelfde aantal is
Verdachte: Kan dan denk geen toeval zijn
(…)
Verdachte: Klaar is klaar
Op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden kan worden vastgesteld dat er op 2 september 2020 een partij van 210 kilo cocaïne is aangekomen in de haven van Rotterdam, verstopt in een container gevuld met flessen wijn. De naam van het schip waarop de container met drugs werd vervoerd, het containernummer, het zegelnummer, de hoeveelheid cocaïne en de data komen overeen met de inhoud van de gesprekken die kort voor en na de onderschepping worden gevoerd. Voor zover de verdediging heeft bepleit dat de inhoud van de berichten niet duidelijk zou zijn, volgt de rechtbank dat betoog in het licht van de gegeven onderbouwing niet. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de gesprekken gaan over de uiteindelijk onderschepte partij cocaïne.
De rechtbank gaat er op basis van de inhoud van de berichten van uit dat een transporteur is geregeld die met een valse transportorder de container met de lading cocaïne op zou halen om vervolgens naar een loods te brengen waar de cocaïne uit de container zou worden gehaald. Dit zijn handelingen die zijn gericht op het verder vervoeren van de cocaïne binnen het grondgebied van Nederland. Uit de berichten volgt dat [medeverdachte 2] verantwoordelijk was voor de transporteur, dat [medeverdachte 1] zorgde voor de valse e-mails en valse transportorder en dat verdachte hierbij een coördinerende rol had. Zij hielden hierover nauw en regelmatig contact met elkaar. Het verweer dat verdachte niet voor zou komen in de berichten, wordt weerlegd door de hierboven uiteengezette berichten. Gelet hierop vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met anderen, onder wie [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde invoer van 210 kilo cocaïne.
Uit de EncroChat- en SkyECC-gesprekken en de overige bevindingen in zaaksdossier 5 blijken de volgende feiten en omstandigheden.
Op 29 januari 2020 heeft [persoon 2] een melding gedaan bij de politie dat er een man aan de deur is geweest die zei dat hij nog 1,2 miljoen euro van haar vader, [persoon 1] , kreeg. Toen ze zei dat ze niet wist waar haar vader was, zei de man dat ze terug zouden blijven komen en dan de voordeur binnen zouden gaan.Op 15 april 2020 is [persoon 2] , wonende op het adres [adres 3] , door de politie als getuige gehoord en zij heeft toen verklaard dat zij de man aan de deur herkende als ene [persoon 7] uit Rotterdam. Hij wilde weten waar haar vader was en toen ze zei dat ze niet wist waar haar vader was en dat hij weg moest gaan, zei hij dat hij terug zou blijven komen, de volgende dag al met 20 man.[medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat hij op 29 januari 2020 bij [persoon 2] aan de deur is geweest en heeft gezegd dat haar vader contact moest opnemen omdat er nog een bedrag openstond.
Op 11 februari 2020 voert verdachte een gesprek met SkyECC-gebruiker 301226 – waarvan slechts de berichten van verdachte te zien zijn – waaruit volgt dat verdachte een conflict heeft met ene ‘ uncle ’ dat gaat over
bricks. Verdachte stuurt in dat gesprek een afbeelding waarop een vuurwapen te zien is en zegt vervolgens:
Verdachte: fuck him than
Verdachte: was planning to do it any way
(…)
Verdachte: Fed up whit people like uncle he fuck me up for months now bro(…)
Verdachte: Really will hunt him down whit all we got bro
Later in het gesprek zegt verdachte het volgende:
Verdachte: Just got uncle on phone bro, told him on private phone that playing is over for him if not have bricks at 10 am tomorrow
Verdachte: Hack told him we now drive to his daughter and that he should go there and we solve it
(…)
Verdachte: We will see what his dission gonna be tommorow, fucking prick
Verdachte: But promise you when he lie and fuck us will be the last thing that he do.
Hack is een van de bijnamen van [medeverdachte 1] .
Op 14 februari 2020 voert verdachte weer een gesprek met 301226 , waarin hij aangeeft dat hij weer aan het wachten is op ‘ uncle ’ en waarin hij het volgende schrijft:
Verdachte: Will find him one day really bro
(…)
Verdachte: Just say to hack need picture date off birth from him and his daughters
(…)
Verdachte: We will see how much he loved his daughters
Op 3 april 2020 voert verdachte een gesprek met EncroChat-gebruiker ‘ Leadfern ’. In dat gesprek laat verdachte weten dat hij hulp nodig heeft met die ‘
old thief’. Verdachte zegt vervolgens ‘
The old man that take money from us and when bricks arrived never show up’. Leadfern vraagt waar die man is, waarop verdachte antwoordt dat hij in Nederland is en dat hij zijn adres en dat van zijn dochters heeft en dat de man hen 100 tops verschuldigd is. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat in Opiumwetzaken met het begrip tops dan wel bricks, blokken cocaïne, doorgaans verpakt per kilo, wordt bedoeld. Het gesprek vervolgt:
Verdachte: If you can arrange that and let him give us bricks or money than if you can take 20 tops off the 100 for your self than would make us happy
Leadfern : when am back over maybe just shoot the daughter I van do that for you
Leadfern : 100 tops his family need slaughterings
Verdachte: That you want to help me out collecting money from old man that robe us is big help
Verdachte: To get back 80 tops off a 100 is perfect
Verdachte: The help whit the old dutch thief really would appreciate
Op 10 april 2020 brengt verdachte de kwestie opnieuw bij Leadfern onder de aandacht:
Verdachte: Got robed for a 100 tops by a old man
Leadfern : I know promise I help you tjatbwe kid nap his wife daughter get them call drop money or kill them I help promise
Verdachte: thanks mate really need help on this one.x
(…)
Verdachte: [adres 4] adres dochter, [adres 5] adres oompie zelf, [persoon 1] dat oompie, [persoon 8] zoon, dochter heeft 2 kinderen
Verdac hte: first one is address daughter
Verdachte: second one is thief his address
(…)
Verdachte: City is s’ [plaats 4] .
Uit dit gesprek volgt dat met ‘ uncle ’ en ‘ old thief / old man ’ [persoon 1] wordt bedoeld.
Leadfern antwoordt dat hij een ‘private eye’ gaat inschakelen. Verdachte bedankt hem en bevestigt nogmaals dat hij 20 kilo aan Leadfern zal geven als de 100 kilo geretourneerd is.
Op 19 en 27 april 2020 informeert verdachte nogmaals bij Leadfern of hij de informatie heeft doorgegeven aan ‘private eye [naam 3] ’.
De inhoud van de hiervoor genoemde gesprekken vindt de rechtbank redengevend voor het bewijs dat verdachte heeft geprobeerd om Leadfern te bewegen om [persoon 1] te dwingen tot afgifte van 100 kilo cocaïne, dan wel een geldbedrag ter waarde daarvan, en om [persoon 2] van haar vrijheid te beroven en, bij uitblijven van die 100 kilo cocaïne of geld, vervolgens van het leven te beroven. Verdachte heeft dit geprobeerd door Leadfern een gift van 20 kilo cocaïne in het vooruitzicht te stellen en hij heeft daarvoor de nodige inlichtingen verschaft door de adresgegevens van [persoon 1] . en [persoon 2] te verstrekken.
Voor zover de verdediging heeft bepleit dat geen sprake is van opzet omdat verdachte de opties van moord, afpersing of wederrechtelijke vrijheidsberoving niet zelf heeft aangedragen en ook niet heeft gezegd dat dit geregeld moet worden, kan naar het oordeel van de rechtbank uit de aard en de strekking van de berichten wel degelijk het opzet daarop worden afgeleid. Verdachte vraagt en bedankt Leadfern nadrukkelijk om en voor zijn hulp. Hij heeft op geen enkel moment aangegeven dat de genoemde opties te ver zouden gaan. Bovendien heeft verdachte hier een grote beloning tegenover gesteld, namelijk 20 kilo cocaïne wat doorgaans ruim een half miljoen euro waard is. De rechtbank ziet hierin ondersteuning dat het daadwerkelijk de bedoeling van verdachte was dat Leadfern de voorgestelde opties, te weten moord, afpersing of wederrechtelijke vrijheidsberoving, zou uitvoeren.
Op 24 juni 2020 wordt een SkyECC-groepsgesprek gestart met daarin de niet geïdentificeerde gebruikers UN154J , E9MENP en 301226 . In dit gesprek zegt UN154J ‘
pass 350 to H20’, waarop E9MENP antwoordt ‘
okay, can we meet at 13.30? Adres is [adres 6]’ en hij vraagt om een token. Vervolgens wordt verdachte ook aan het gesprek toegevoegd. Verdachte stuurt vervolgens in dat gesprek:
Verdachte: car friend back at his place 2pm
Verdachte: than can tell him to drive up to the address in [plaats 5]
(…)
E9MENP : so what time can he be at [adres 6] ?
Verdachte: before 4 pm I think.
Vervolgens wordt verdachte gevraagd of hij een token kan sturen, waarna hij een afbeelding stuurt van een serienummer van een bankbiljet. Vervolgens stuurt verdachte:
Verdachte: Antraciet Grey Mercedes C class wagon he come whit
(…)
Verdachte: License plate start whit 19 mate.
Later in het gesprek stuurt E9MENP een foto van een bankbiljet met hetzelfde serienummer als op de eerder verstuurde afbeelding en zegt: “
Found him drop done”. Later in het gesprek wordt gesproken of het ‘325k’ of ‘350’ is, waarna verdachte stuurt:
Verdachte: missing 1k bro
Verdachte: counted multiple times now
Verdachte: 349k in total can not make more out off it
Verdachte stuurt hierbij meerdere foto’s van stapels bankbiljetten van coupures van 10, 20, 50, 100, 200 en 500.
De rechtbank overweegt dat er in één SkyECC groepsgesprek op verschillende momenten gedurende de hele dag contact wordt gelegd tussen meerdere gebruikers. Uit de inhoud van de berichten blijkt dat verdachte zijn ‘car friend’ een bedrag van € 350.000,- laat ophalen. Vervolgens blijkt uit de gesprekken dat verdachte later die dag het geld heeft geteld en dus voorhanden heeft. Dit wordt ondersteund door de door hem verzonden foto’s van geld.
Op 8 september 2020 wordt een SkyECC-groepsgesprek gestart met daarin de niet-geïdentificeerde gebruikers 301226 , B7M6D5 , BDF588 en verdachte. Op 9 september 2020 wordt in het gesprek besproken dat er euro’s naar Rotterdam moeten worden gebracht. Uit het gesprek volgt dat verdachte hiervoor een chauffeur regelt:
Verdachte: can you give me time for tomorrow?
(…)
Verdachte: so can tell driver when to be ready
Op 11 september 2020 wordt in het groepsgesprek besproken dat het geld in Rotterdam zal worden gegeven. BDF588 stuurt het adres [adres 7] door en hij vraagt om de auto details. Hierop antwoordt verdachte ‘
Opel comb. Zilver grey’. Ook spreken zij over een token, waarbij een serienummer van vermoedelijk een bankbiljet wordt uitgewisseld. Iets later stuurt verdachte een foto en zegt ‘In front off [naam bedrijf] ’.[naam bedrijf] is een bedrijf dat gevestigd is op het adres [adres 7] .
Later in het gesprek wordt gediscussieerd welk bedrag opgehaald moest worden. Verdachte zegt ‘
174k he say’. Ongeveer een uur later stuurt verdachte een foto met daarop grote stapels met contant geld van coupures van 50, 100 en 500. Hij zegt vervolgens:
Verdachte: Exactly 174k
Verdachte: All counted
Verdachte: sorry
Verdachte: 174100
Verdachte: 100€ to much.
De rechtbank overweegt dat er gedurende meerdere dagen in één SkyECC-groepsgesprek contact wordt gelegd tussen meerdere gebruikers. Uit de inhoud van de berichten blijkt dat verdachte een geldbedrag is gaan ophalen in Rotterdam. Uit het gesprek blijkt dat verdachte het geld heeft geteld en dus voorhanden heeft gehad. Dit wordt ondersteund door de door hem verzonden foto van geld.
Ten aanzien van de tenlastegelegde bedragen overweegt de rechtbank dat het voorhanden hebben van dergelijke grote hoeveelheden contante geldbedragen in grote coupures een witwasindicator is, wat het vermoeden rechtvaardigt dat het geld uit misdrijf afkomstig is. Van verdachte mag daarom worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van deze sommen geld. Verdachte heeft hiervoor geen enkele verklaring gegeven. Voor zover de verdediging heeft bepleit dat niet kan worden vastgesteld dat het om echt geld gaat of dat ook sprake zou kunnen zijn van eigen misdrijfgeld, vindt de rechtbank dit verweer in het licht van de gegeven summiere onderbouwing niet aannemelijk geworden. Gelet hierop, mede bezien in het licht van de overige inhoud van het vonnis, vindt de rechtbank bewezen dat dit geld (beide bedragen) afkomstig is uit enig misdrijf en dat verdachte dit geld samen met een ander voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank komt gelet op het bovenstaande tot een bewezenverklaring van het witwassen van de geldbedragen van € 349.000,- en € 174.100,-.