Uitspraak
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
'voor zolang als dat de vrouw aangewezen is op haar huidige UWV-uitkering met de daaraan verbonden huidige voorwaarden - te weten de maximale bijverdiensten van €150 bruto per maand - en voor zolang als aan haar uit het PGB voor [jongmeerderjarige 1] maandelijks €150 bruto kan worden uitgekeerd. Zodra een van deze omstandigheden (rondom uitkering of PGB) zich wijzigt, is er sprake van een wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 1:401 lid 1 BW en zal de vrouw jegens de man aanspraak krijgen op partneralimentatie. De man zal op het eerste gemotiveerde en gedocumenteerde bericht hieromtrent zijdens de vrouw binnen 14 dagen na die berichtgeving haar in het bezit stellen van alle relevante financiële gegevens ter berekening van zijn draagkrachtruimte voor het betalen van partneralimentatie. De hoogte van de partneralimentatie zal tussen partijen worden bepaald aan de hand van de draagkrachtruimte van de man en de behoefte van de vrouw. Dat bedrag zal door de man aan de vrouw maandelijks verschuldigd zijn met ingang van datum wijziging.’
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.