In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal over een nota leges voor een omgevingsvergunning. De belanghebbende had op 4 juli 2018 een nota leges ontvangen van € 14.314,12 voor de indiening van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Na bezwaar en een ongegrondverklaring door de heffingsambtenaar, heeft de belanghebbende beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 april 2022.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar niet de vereiste inlichtingen heeft verstrekt over de ramingen van baten en lasten met betrekking tot de leges voor omgevingsvergunningen. Dit leidde tot de conclusie dat de opbrengstlimiet was overschreden, wat strijdig is met de Gemeentewet. De rechtbank oordeelde dat de verordening onverbindend is, omdat de geraamde baten in betekenende mate hoger zijn dan de geraamde lasten. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de aanslag vernietigd en de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en de juiste toepassing van de regels omtrent legesheffing door gemeenten, en bevestigt dat overschrijding van de opbrengstlimiet kan leiden tot onverbindendheid van de verordening.