ECLI:NL:RBZWB:2022:4082
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na verzuim in het aanleveren van gegevens
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juli 2022, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering beoordeeld. Eiser, die sinds 26 november 2012 een uitkering ontvangt op basis van de Participatiewet, kreeg op 17 februari 2021 te horen dat zijn recht op bijstand was opgeschort omdat hij verzuimd had de gevraagde gegevens in te leveren. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had hem de kans gegeven om dit verzuim te herstellen, maar eiser heeft de gevraagde informatie niet tijdig aangeleverd. Op 3 maart 2021 werd zijn bijstandsuitkering definitief ingetrokken, en het teveel ontvangen bedrag van € 437,86 werd teruggevorderd.
Eiser maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het college handhaafde zijn standpunt. De rechtbank behandelde de zaak op 30 juni 2022, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van het college aanwezig waren. Eiser zelf was niet op de zitting. De rechtbank concludeert dat het college terecht de bijstandsuitkering heeft ingetrokken, omdat eiser niet tijdig de gevraagde gegevens heeft verstrekt. De rechtbank oordeelt dat de gegevens die het college had opgevraagd relevant waren voor de beoordeling van het recht op bijstand, en dat eiser een verwijt kan worden gemaakt voor het niet tijdig aanleveren van deze gegevens.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.