ECLI:NL:CRVB:2016:5032
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- J.M.M. van Dalen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep tegen de buiten behandelingstelling van zijn aanvraag om bijstand ongegrond verklaarde. Appellant ontving vanaf 4 maart 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand. Op 19 augustus 2014 trok het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade de bijstand in, omdat appellant niet op afspraken was verschenen. Appellant diende op 15 september 2014 een nieuwe aanvraag in, maar verscheen niet op de uitnodigingen van het college om gegevens te verstrekken. Het college stelde de aanvraag buiten behandeling op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat appellant niet op de afspraken was verschenen en de gevraagde gegevens niet tijdig had ingeleverd.
De rechtbank bevestigde het besluit van het college, waarna appellant in hoger beroep ging. In het hoger beroep betoogde appellant dat hij de uitnodigingen niet had ontvangen, maar de Raad overwoog dat het college op goede gronden had aangenomen dat de uitnodigingen waren ontvangen, omdat deze aangetekend waren verzonden. Appellant had niet aangetoond dat hij de kennisgevingen niet had ontvangen. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen en dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.