ECLI:NL:RBZWB:2022:3974
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de last onder dwangsom opgelegd aan eiseres wegens overtreding van de Opiumwet
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. V.S.J. Chorus, en de burgemeester van de gemeente Etten-Leur. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester, waarbij aan haar een last onder dwangsom was opgelegd wegens overtreding van de Opiumwet. De burgemeester had op 15 oktober 2020 een last onder dwangsom opgelegd, omdat in de woning van eiseres een hennepkwekerij was aangetroffen. Eiseres was huurder van de woning, die in eigendom was van een bedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 7 september 2020 een controle had plaatsgevonden, waarbij 224 gebruikte kweekpotten en hennepplantenresten waren aangetroffen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester, maar dit was ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij van oordeel was dat de burgemeester bevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat eiseres als (mede)huurder verantwoordelijk kan worden gehouden voor de wijze waarop de woning werd gebruikt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de opgelegde last onder dwangsom in overeenstemming was met het beleid van de burgemeester en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van dit beleid rechtvaardigden. Eiseres kreeg geen vergoeding van de proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven.