Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
39.100 euro
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
De overige stellingen van [belanghebbende 1] behoeven gelet op wat de rechtbank in 4.4. en 4.5 heeft geoordeeld, afgezien van haar beroep op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, geen behandeling.
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
- verklaart het beroep met nummer BRE 19/4793 ongegrond;
- verklaart het beroep met nummer BRE 19/4794 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de aan [belanghebbende 2] opgelegde aanslag;
- vernietigt de aan [belanghebbende 2] opgelegde aanslag;
- gelast dat de inspecteur het door [belanghebbende 2] betaalde griffierecht van € 345 aan deze vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: