Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] ,
de inspecteur van de Belastingdienst,
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
1. Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- draagt de inspecteur op binnen een termijn van zes weken na het onherroepelijk worden van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar te beslissen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.000;
2. Gronden
aanvullend verzoek”. Dit wijst veeleer op een uitbreiding van de mogelijkheid om alsnog na indiening van de initiële aangiften een verzoek te doen door indiening van een correctiebericht dan op een beperking of onherroepelijke intrekking van de eerder bij de initiële aangiften gedane verzoeken. Ook de tekst van artikel 4.1, tweede lid, waarin wordt gesproken over
“de loonaangiften alsmede de aanvullingen daarop”,wijst naar het oordeel van de rechtbank in diezelfde richting. Dat, zoals de inspecteur stelt, voor het bepalen van het recht op en de hoogte van de tegemoetkoming LKV slechts wordt uitgegaan van de gegevens zoals deze op het ‘fotomoment’ van 1 mei 2019 blijken uit de polisadministratie en dat de initiële aangiften worden overschreven door de ingediende correctieberichten, maakt het voorgaande niet anders. Dit laat immers onverlet dat naar het oordeel van de rechtbank in casu is voldaan aan het vereiste dat bij de loonaangiften (tijdig) een verzoek is ingediend.
overeenkomstige’ loonkostenvoordeel. De rechtbank ziet in hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd geen aanleiding om in weerwil van de duidelijke tekst van de wet te komen tot een ander oordeel. Het gelijk ter zake van het tweede geschilpunt is aan de inspecteur.
Rechtsmiddel
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;