ECLI:NL:RBZWB:2022:257
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep op betalingsonmacht in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 januari 2021 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep op betalingsonmacht door een rechtspersoon in verband met een aanslag leges. De belanghebbende, een rechtspersoon, had een beroepschrift ingediend tegen de aanslag leges, maar was in gebreke gebleven met het betalen van het griffierecht van € 354. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om betalingsonmacht te onderbouwen, maar de ingediende gegevens waren onvoldoende. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat er sprake was van betalingsonmacht, omdat niet van alle bestuurders gegevens waren ingediend, ondanks expliciete verzoeken van de griffier. De rechtbank volgde daarbij de lijn van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat stelt dat ook rechtspersonen een beroep op betalingsonmacht kunnen doen, maar dat dit beroep goed onderbouwd moet zijn. Aangezien de belanghebbende niet aan deze vereisten voldeed, verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn aangetekend geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet binnen zes weken na verzending.