ECLI:NL:RBZWB:2022:2428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de fiscale bestuursrechter bij verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van de Belastingdienst
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben belanghebbenden een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de Staatssecretaris van Financiën, na een eerdere uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch die hun beroepen inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 en 2016 gegrond verklaarde. De belanghebbenden claimden schade van € 15.979 als gevolg van onrechtmatig handelen van de Belastingdienst. Het verzoek om schadevergoeding werd echter door de Staatssecretaris afgewezen, wat leidde tot een procedure bij de civiele rechter. De rechtbank heeft het verzoek doorgezonden naar de fiscale bestuursrechter, maar deze laatste heeft zich onbevoegd verklaard om het verzoek te behandelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de fiscale bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over het verzoek om schadevergoeding, omdat er geen belastingwet is die voorziet in een dergelijke beslissing. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding niet kan worden gekwalificeerd als een besluit op grond van de belastingwet, waardoor er geen mogelijkheid is voor bezwaar of beroep bij de fiscale bestuursrechter. De rechtbank concludeert dat de civiele rechter wel bevoegd is om het verzoek te behandelen en heeft het verzoek opnieuw doorgezonden naar de civiele rechter.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien het betaalde griffierecht eerder al was terugbetaald aan de belanghebbenden. De uitspraak is gedaan op 6 mei 2022 door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.