In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 april 2022, werd het beroep van eiser, een Spaanse student aan de Tilburg University, gegrond verklaard. Eiser had studiefinanciering aangevraagd voor de periode van september tot en met december 2020, maar zijn aanvraag was afgewezen op basis van de nationaliteitseis. Eiser maakte bezwaar en stelde dat de behandeling van EU-studenten ongelijk was aan die van Nederlandse studenten, wat in strijd zou zijn met het Unierecht. De rechtbank oordeelde dat de besluiten van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) onvoldoende gemotiveerd waren en dat er geen individuele beoordeling had plaatsgevonden van eisers status als migrerend werknemer. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten, maar liet de rechtsgevolgen in stand voor de maanden waarin studiefinanciering was toegekend. Eiser had recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming door DUO en de gelijkheid in behandeling van EU-studenten ten opzichte van Nederlandse studenten.