In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 maart 2022, wordt de weigering van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om een regularisatieovereenkomst te sluiten met de bevoegde autoriteit van Luxemburg voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 behandeld. Eiser, werkzaam in de internationale binnenvaart, had verzocht om een regularisatieovereenkomst met Luxemburg, maar de Svb heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de Svb op juiste gronden heeft geweigerd mee te werken aan het sluiten van deze overeenkomst. Eiser was in 2012 in dienst bij een Luxemburgse onderneming en voer op een schip dat voornamelijk in België opereerde. De Svb stelde dat de Nederlandse wetgeving van toepassing was op eiser, op basis van de Rijnvarendenovereenkomst, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regels rechtvaardigden. Eiser had eerder al verzoeken tot regularisatie ingediend voor eerdere jaren, maar deze waren ook afgewezen. De rechtbank concludeert dat de Svb niet gehouden was om in te stemmen met de regularisatie, ook al was de Luxemburgse autoriteit bereid om een overeenkomst te sluiten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Svb.