Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 5 maart 2021 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoeker,
de korpschef van politie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Spoedeisend belang
Wettelijk kader
Standpunt korpschef
Standpunt verzoeker
- De korpschef heeft geen kennis om de uitslag van de test te beoordelen, en is meteen overgegaan tot weigering van de akte;
- Er is geen wettelijke grondslag de akte te weigeren enkel op basis van de uitslag van de e-screener;
- De minister kan niet aan zijn eigen onderzoeksverplichtingen voldoen, zodat dat ook niet van verzoeker verwacht kan worden;
- Als verzoeker het gewone WM-32 formulier had ingevuld, dan zou de akte niet geweigerd zijn. Nu bestaande verlofhouders hiermee kunnen volstaan, is er sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel.
De weigering op basis van de e-screener
kanopleveren om tot een voornemen tot weigering te komen, als er sprake is van geringe twijfel over het verantwoord kunnen toevertrouwen van een wapen of munitie. Hieruit volgt echter naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat de korpschef op basis van de werkinstructie
kis tot een (voornemen tot) weigering van de jachtakte.
Belangenafweging
Conclusie
Griffierecht en proceskosten
Beslissing
- schorst het bestreden besluit tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- draagt de korpschef op het betaalde griffierecht van € 181,- aan verzoeker te vergoeden;
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.068,-.