Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar en de beslissing over de kostenvergoeding;
- draagt de ontvanger op uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de ontvanger in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.519,40;
- gelast de ontvanger het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 49 aan deze vergoedt.
2.Motivering
- De brief van belanghebbende van 30 november 2020, binnengekomen bij de Belastingdienst op 2 december 2020, is aangemerkt als een bezwaarschrift tegen het bij de voorlopige aanslag medegedeelde bedrag aan betalingskorting en niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn;
- Het verzoek om betaling van de kosten van de sommatie is aangemerkt als verzoek om een kostenvergoeding en is afgewezen;
- Tevens is in dezelfde brief ambtshalve op het bezwaar beslist en is het ambtshalve verzoek afgewezen.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: