Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 november 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,
Procesverloop
31 januari 2020, maar wijzigt dit besluit in die zin dat de te veel ontvangen bijstand door ontvangsten uit boedelscheiding over de periode van 1 juli 2012 tot en met 10 november 2012 wordt teruggevorderd tot een bedrag van € 7.518,24 bruto.
Overwegingen
Feiten
.
31 januari 2020 een bedrag van € 217,87 netto teruggevorderd en over de periode van
1 maart 2019 tot en met 31 december 2019 een bedrag van € 8.798,61 netto.
Geschil
Beroepsgronden
1 juli 2012 als basis wordt genomen voor de berekening en terugvordering. Door ontwikkelingen nadien is geen sprake meer geweest van te hoog vermogen. Bovendien is het bestreden besluit strijdig met de besluiten van 21 november 2019 en 19 december 2019.
Wettelijk kader
Beoordeling
Conclusie
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 2 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.