Artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet:
Onverminderd paragraaf 2.2, heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen.
Artikel 44, eerste lid, van de Participatiewet:Indien door het college is vastgesteld dat recht op bijstand bestaat, wordt de bijstand toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen.
Artikel 5 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 20151. In deze beleidsregels genoemde regelingen en bijzondere bijstand worden slechts op aanvraag verstrekt. Kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend, komen in principe niet voor bijstandsverlening in aanmerking. 2.Van het eerste lid van dit artikel kan worden afgeweken indien: a. de aanvrager redelijkerwijs de aanvraag niet vooraf heeft kunnen indienen; of b. indien er andere bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om voor de reeds gemaakte kosten bijstand te verstrekken. 3.Wanneer het genoemde in het tweede lid van dit artikel zich voordoet kan bijstand worden verleend met terugwerkende kracht tot maximaal 6 maanden. 4.Een aanvraag voor bijzondere bijstand wordt slechts in behandeling genomen als de gevraagde gegevens compleet zijn en/of de gevraagde bewijsstukken zijn overgelegd. Het (na een geboden hersteltermijn) niet (tijdig) aanleveren van de gevraagde gegevens en/of bewijsstukken leidt tot buiten behandelingstelling van de aanvraag.
Artikel 11, eerste lid, sub l, van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 2015:Voor bijzondere bijstandsverlening komen in principe de volgende kosten in aanmerking, als zij noodzakelijk zijn op grond van bijzondere sociale of financiële omstandigheden: de eigen bijdrage van bewindvoering na rechtelijke uitspraak voor de opstartkosten van bewindvoering en de periodieke kosten van bewindvoering vanaf de datum van aanvraag van de bijzondere bijstand, indien er geen bewindvoering kan worden geboden vanuit het eigen netwerk, sociale omgeving of andere voorliggende voorzieningen.