In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 september 2021, werd het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor studiefinanciering door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) gegrond verklaard. Eiser, een EU-burger, had een aanvraag ingediend voor studiefinanciering, maar deze was afgewezen omdat hij niet voldeed aan de nationaliteitseis. Eiser stelde dat hij als migrerend werknemer moest worden aangemerkt, omdat hij in Nederland een internship had gevolgd en meer dan 56 uur per maand had gewerkt. De rechtbank oordeelde dat eiser inderdaad reële en daadwerkelijke arbeid had verricht en dat hij als migrerend werknemer moest worden aangemerkt voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 28 augustus 2020. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van DUO voor deze periode en droeg DUO op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Voor de periode na 28 augustus 2020 kon eiser echter niet als migrerend werknemer worden aangemerkt, omdat hij geen andere betaalde werkzaamheden had verricht en zich niet had ingeschreven als werkzoekende. De rechtbank oordeelde dat DUO het beroep van eiser voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 28 augustus 2020 niet had onderkend en dat eiser recht had op studiefinanciering voor deze periode. DUO werd ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser.