ECLI:NL:RBZWB:2021:4623
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijstandsuitkering en verrekening kinderalimentatie onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. Eiseres had een bijstandsuitkering aangevraagd, die door verweerder was toegekend met ingang van 3 september 2019. Eiseres was het niet eens met de inhouding van kinderalimentatie op haar uitkering en de afwijzing van haar verzoek om bijstandsuitkering met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 1 april 2019 een aanvraag had ingediend, maar deze was buiten behandeling gesteld omdat niet alle gevraagde stukken waren ingeleverd. Eiseres heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze beslissing. Pas op 3 september 2019 heeft zij opnieuw een aanvraag ingediend, die wel werd gehonoreerd. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de hoofdregel rechtvaardigden, waardoor de bijstandsuitkering niet met terugwerkende kracht kon worden verleend. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de inhouding van de kinderalimentatie op de bijstandsuitkering terecht was, omdat deze als inkomen werd beschouwd dat in mindering kon worden gebracht op de bijstandsuitkering. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.