ECLI:NL:RBZWB:2021:4539
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over geheimhouding van stukken in belastingzaak
Op 9 september 2021 heeft de geheimhoudingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over het verzoek van de inspecteur van de Belastingdienst om bepaalde stukken geheim te houden in de belastingzaken met de nummers BRE 21/1374 en BRE 21/1375. De inspecteur had in zijn verweerschriften geschoonde bijlagen ingediend en verzocht om geheimhouding van de ongeschoonde versies van deze bijlagen op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemachtigde van de belanghebbenden heeft bezwaar gemaakt tegen de geheimhouding van de geschoonde onderdelen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de redenen voor geheimhouding, waaronder de bescherming van persoonsgegevens en de effectiviteit van de controle door de Belastingdienst, zwaarder wegen dan het belang van de belanghebbenden bij kennisneming van deze gegevens.
De geheimhoudingskamer heeft geen zitting gehouden, omdat de aard van de procedure dit niet vereiste. De rechtbank heeft de geheimgehouden stukken beoordeeld en geconcludeerd dat de geheimhouding gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft de argumenten van de inspecteur voor geheimhouding als voldoende onderbouwd beschouwd en heeft het verzoek om geheimhouding toegewezen. De beslissing is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.