ECLI:NL:RBZWB:2021:3969
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2015
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, wonende in België, en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015. Het bezwaar was ingediend op 3, 8 en 18 december 2020, maar de inspecteur had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur in gebreke was gebleven, omdat de beslistermijn was verstreken zonder dat er een uitspraak was gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende tegen het niet tijdig beslissen gegrond en droeg de inspecteur op om binnen twee weken alsnog uitspraak te doen op het bezwaar. Tevens werd een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de inspecteur in gebreke bleef, met een maximum van € 15.000. De rechtbank veroordeelde de inspecteur ook in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 374, en droeg de inspecteur op het griffierecht van € 49 te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat het beroep tegen de navorderingsaanslag zelf niet-ontvankelijk was, omdat eerst de bezwaarfase doorlopen moest worden.