Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 juli 2021 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
nietop te hogen. Het officiële voornemen daartoe is bij de e-mail bijgevoegd. De vraag voor verlenging van het pgb na 30 april 2020 zal verder onderzocht worden. Moeder is in de gelegenheid gesteld om op het voornemen te reageren met een zienswijze.
)heeft het college de aanvraag voor het ophogen van het pgb met terugwerkende kracht, onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) met vindplaats ECLI:NL:CRVB:2019:2362, afgewezen. Volgens het college blijkt uit die uitspraak dat wanneer is gebleken dat de ouders in staat zijn de benodigde zorg te bieden, geen Jeugdwet voorziening wordt toegekend. Het college heeft de aanvraag voor verlenging van het pgb op grond van dezelfde jurisprudentie afgewezen. Besloten is het pgb voor de begeleiding van [naam eiseres 2] per 1 mei 2020 over een periode van 6 maanden stapsgewijs af te bouwen naar 0 uren: over de periode van 1 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 naar 13 uur per week, over de periode van 1 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020 naar 8,5 uur per week en over de periode van 1 september 2020 tot en met 31 oktober 2020 naar 4,5 uur per week.
Het geschil
Beroepsgronden
Verweer
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak na een nieuw onderzoek door een ter zake deskundig bureau;
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 48,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.496,00.