ECLI:NL:RBZWB:2021:136
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen voor algemene en bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Eiseres had aanvragen ingediend voor algemene en bijzondere bijstand, welke door het college waren afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het beroep dat eiseres had ingesteld tegen het bestreden besluit van het college, waarin het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvragen ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 10 november 2017 een bijstandsuitkering ontving, maar dat deze uitkering op 31 augustus 2018 was ingetrokken omdat eiseres samenwoonde met een huisgenoot. Eiseres had vervolgens een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend, maar het college had verzuimbrieven gestuurd en eiseres was niet verschenen op de uitnodigingen voor gesprekken. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij recht had op bijstand, omdat zij niet de benodigde informatie had verstrekt over haar woon- en leefsituatie.
De rechtbank concludeerde dat het college terecht had besloten om de aanvragen voor bijstand af te wijzen, omdat eiseres niet had voldaan aan haar verplichtingen om juiste en volledige informatie te verstrekken. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.