Uitspraak
18 4446 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
1 februari 2007, heeft het college de bijstand van appellant van 1 januari 1998 tot en met
31 juli 2001 herzien in verband met inkomsten en van 28 februari 2002 tot en met
30 september 2005 ingetrokken in verband met verblijf buiten de gemeente Lelystad. Het college heeft de in deze periodes gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 37.363,94 van appellant teruggevorderd. Aan de besluitvorming ligt ten grondslag gelegd dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van inkomsten uit arbeid in loondienst en verblijf buiten de gemeente Lelystad. Appellant heeft geen beroep ingesteld, zodat de besluiten van 19 december 2005 en 1 februari 2007 onherroepelijk zijn geworden.
9 december 2015 bezwaar gemaakt tegen dit besluit en gesteld dat de besluiten van
5 november 2015, 19 december 2005 en 1 februari 2007 onbevoegd zijn genomen.
5 november 2015, dit besluit herroepen, het verzoek om terug te komen van de besluiten van 19 december 2005 niet-ontvankelijk verklaard, het herzieningsverzoek opgevat als gericht tegen het besluit van 1 februari 2007 en dit herzieningsverzoek afgewezen wegens het ontbreken van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.
1 februari 2007.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college tot vergoeding van schade aan appellant ten bedrage van € 1.000,-;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 525,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal