ECLI:NL:CRVB:2017:3090
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende informatie over levensonderhoud
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 7 december 2015 een aanvraag ingediend voor bijstandsverlening op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen, omdat de appellant niet voldoende duidelijkheid had gegeven over zijn woon-, leef- en inkomenssituatie in de periode voorafgaand aan de aanvraag. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de door hem verstrekte informatie toereikend was om het recht op bijstand vast te stellen, en dat hij had geleefd van een schadevergoeding van € 21.790,-.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de bewijslast voor bijstandsbehoevendheid in beginsel op de aanvrager rust. De appellant heeft niet afdoende bewijs geleverd van zijn levensonderhoud in de relevante periode. De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant de wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.