2.3.Over het jaar 2013 heeft de inspecteur in 2014 een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft de inspecteur met dagtekening 28 april 2014 een rapport van het boekenonderzoek opgesteld. Het rapport luidt, voor zover van belang:
“ 3.2 Verschuldigde belasting
(…)
3.2.1.2 Beoordeling bedrijfsopbrengsten
Bij het beoordelen van de bedrijfsopbrengsten heb ik ondermeer de privé-bankbescheiden van de heer [Belanghebbende 1] gecontroleerd. Daarbij heb ik geconstateerd dat op ABN-AMRO (bankrekeningnummer [nummer] ) op 6 maart 2013 een bedrag van € 64.295,75 is ontvangen. Het bedrag is afkomstig van [verzekeringsmaatschappij] .
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna RDW) heeft in het jaar 2009 de bevoegdheid om APK-keuringen te verrichten ingetrokken bij [Belanghebbende 2] . Tegen deze beslissing heeft de heer [Belanghebbende 1] bezwaar en beroep ingesteld. In het jaar 2013 heeft [verzekeringsmaatschappij] . namens de RDW een schadevergoeding van € 64.295,75 uitgekeerd. De bedrijfsbate die op de privé-bankrekening van de heer [Belanghebbende 1] is ontvangen is niet opgenomen in de financiële administratie.
Ik heb met de heer [naam 1] de afspraak gemaakt dat de gehele uitkering als ‘bijzondere bedrijfsbate’ in de jaarrekening over het jaar 2013 wordt verwerkt.
2013: méér winst : € 64.295
Over deze verzekeringsuitkering is geen omzetbelasting verschuldigd.
3.2.1.3 Beoordeling privé-bankbescheiden
Nadat de verzekeringsuitkering van € 64.295,75 op de privé-bankrekening is ontvangen hebben op de privé-bankrekening ondermeer de volgende transacties plaatsgevonden:
• 8 maart 2013 : terugbetaling lening van € 10.000 per bank aan de heer [naam 2] ;
• 12 maart 2013 : contante opname van € 18.000;
• 12 maart 2013 : betaling van € 11.788 aan belastingschulden;
• 19 maart 2013 : contante opname van € 10.000;
• 17 september 2013 : contante storting van € 7.000
De heer [Belanghebbende 1] heeft verklaard dat hij van de contante opname van 12 maart 2013 (€ 18.000) een bedrag van € 5.000 aan zijn partner heeft gegeven en een bedrag van € 13.000 heeft gebruikt voor herstelwerkzaamheden aan zijn woning. De heer [Belanghebbende 1] kan zich de opname van € 10.000 op 19 maart 2014 [bedoeld zal zijn: 2013; rechtbank] niet herinneren. Tenslotte heeft de heer [Belanghebbende 1] verklaard dat de contante storting van € 7.000 afkomstig is uit zijn onderneming.
Volgens ‘schuldverklaringen’ hebben de heer [naam 3] en mevrouw [naam 4] in totaal een bedrag van € 8.000 aan mevrouw [echtgenote] geleend.
Over de volgende ‘gegevens en verklaringen’ bestaat onduidelijkheid:
• Het geldbedrag dat mevrouw [echtgenote] heeft ontvangen van haar kennissen vanwege het belenen van haar goud;
• Het geldbedrag van € 5.000 dat de heer [Belanghebbende 1] op 12 maart 2013 aan zijn partner heeft gegeven;
• De bestemming van de contante opname van € 10.000 op 19 maart 2013;
• De herkomst uit de onderneming van de contante storting van € 7.000 op 17 september 2013. Als dit bedrag op voornoemde datum uit de ‘zakelijke kas’ zou zijn opgenomen dan was er sprake van een negatief kassaldo.
Ik heb, in overleg met de heer [naam 1] en de heer [Belanghebbende 1] , besloten dat ik een bedrag van € 17.000 in het jaar 2013 aanmerk als niet-verantwoorde omzet. Dat bedrag heb ik op de volgende wijze vastgesteld; ik acht het aannemelijk dat de heer [Belanghebbende 1] een bedrag van € 5.000 afkomstig van de verzekeringsuitkering aan zijn partner heeft gegeven en ik houd rekening met de leningen van in totaal € 8.000. Door het totaalbedrag van € 30.000 te verminderen met € 13.000 resteert een bedrag van € 17.000.
Rekening houdend met 21 procent omzetbelasting dient de omzet in het jaar 2013 te worden verhoogd met een bedrag van € 14.050 (100/121 x € 17.000). De correctie omzetbelasting bedraagt € 2.950 (21/121 x € 17.000).
Jaar 2013: méér verschuldigde omzetbelasting : € 2.950
Jaar 2013: méér winst : € 14.050”